tu vois (cette voiture) : je ziet (die auto)voir, présent
voir : zien
- "Muriel Petite : Tu vois mes pieds dans la glace ?"
- "Gérard : Tu vois... C’est l’enfer !"
- "Solange : Bon, dis-moi : qu’est-ce que tu vois autour de toi ?"
- "Grand : Tu vois les gens là-bas sur la terrasse ?"
- "- Tu vois mes pieds dans la glace ?"
- "Muriel : Tu vois mes coudes ?"
Heb je nog steeds moeite met 'Tu vois'? Wil je je Frans verbeteren? Test onze online Franse lessen en ontvang een gratis niveaubeoordeling!
Dit zeggen onze cursisten over ons:
Heb je een slim ezelsbruggetje om deze regel te onthouden? Een tip om fouten met 'Tu vois' te voorkomen? Deel hem met ons!
Schaaf je Frans bij en test gratis Frantastique, cursus Franse online.