d'accord : Oké, in orde, akkoord
Men kan « d'accord » zeggen, of : « c'est d'accord »
- Tu viens avec nous ? - D'accord, je viens. -Ga je met ons mee? -Oké, ik ga mee.
être d'accord : het eens zijnêtre, présent
Je suis d'accord avec Éric. Ik ben het met Eric eens.
Il n'est pas d'accord avec ces règles stupides. Hij is het niet eens met deze stomme regels.
- "D’accord !"
- "d’accord !"
- "Tu reprends ta bouteille, et tu la mets dans la poubelle verte, d’accord ?"
- "Solange : Ah ! d’accord. Désolée."
- "Blanchard : D’accord."
- "Conducteur : Ah d’accord."
- "Thierry : Ah d’accord..."
- "Bon, d’accord, je vais faire une exception."
- "Laurent : D’accord, Bernard."
- "Gérard : D’accord."
Heb je nog steeds moeite met 'D’accord'? Wil je je Frans verbeteren? Test onze online Franse lessen en ontvang een gratis niveaubeoordeling!
Dit zeggen onze cursisten over ons:
Heb je een slim ezelsbruggetje om deze regel te onthouden? Een tip om fouten met 'D’accord' te voorkomen? Deel hem met ons!
Schaaf je Frans bij en test gratis Frantastique, cursus Franse online.