(il est) bien (maigre, triste) : (hij is) erg (mager, triest)
(un plat) bien (cuit) : (een) goed (gekookt gerecht)
- "Napo II et III semblent bien fades comparés au patriarche de la famille."
- "Assure-toi que l’eau est bien bouillante."
- "Vous avez l’air bien maigre et pâle, hein ?"
- "Apportez-moi un café et l’addition, bien salée, s’il vous plaît."
- "Voix off : Aujourd’hui, une expression bien utile : « Laisse tomber »."
Heb je nog steeds moeite met 'Bien + adjectif'? Wil je je Frans verbeteren? Test onze online Franse lessen en ontvang een gratis niveaubeoordeling!
Dit zeggen onze cursisten over ons:
Heb je een slim ezelsbruggetje om deze regel te onthouden? Een tip om fouten met 'Bien + adjectif' te voorkomen? Deel hem met ons!
Schaaf je Frans bij en test gratis Frantastique, cursus Franse online.