Voorzetsels en dagen van de week
We gebruiken doorgaans geen voorzetsel voor de dagen van de week (les jours de la semaine).
Lundi je suis allée à la piscine. Maandag ga ik naar het zwembad.
On se voit mardi. We zien elkaar dinsdag.
On se voit mardi. We zien elkaar dinsdag.
Voor het beschrijven van gewoontes gebruiken we de constructie le + dag van de week.
Le lundi, je vais à la piscine (= tous les lundis). Maandags ga ik naar het zwembad.
Victor sort toujours le vendredi soir. Vrijdagsavonds gaat Victor altijd uit.
Opmerking: we gebruiken het voorzetsel à + de dag van de om aan te geven op welke dag wie iemand weer zien.
Salut, à mardi ! Dag, tot dinsdag!
À jeudi c’est ça ? Non, à vendredi ! Tot donderdag, toch? Nee, tot vrijdag!
À jeudi c’est ça ? Non, à vendredi ! Tot donderdag, toch? Nee, tot vrijdag!
Heb je nog steeds moeite met 'Voorzetsels en dagen van de week'? Wil je je Frans verbeteren? Test onze Franse les online en ontvang een gratis niveaubeoordeling!
Dit zeggen onze cursisten over ons:
Schaaf je Frans bij en test Frantastique, cursus Frans online.