Het werkwoord croître in de tegenwoordige tijd
Het werkwoord croître (groeien) wordt in de onvoltooid tegenwoordige tijd op de volgende manier vervoegd. Hetzelfde geldt voor de afgeleide werkwoorden décroître (afnemen), recroître(opnieuw groeien) en accroître (toenemen).
croître nl
Je croîs
Tu croîs
Il croît/elle croît
Nous croissons
Vous croissez
Ils croissent/elles croissent
Tu croîs
Il croît/elle croît
Nous croissons
Vous croissez
Ils croissent/elles croissent
accroître nl
J'accrois
Tu accrois
Il accroit/elle accroit
Nous accroissons
Vous accroissez
Ils accroissent/elles accroissent
Tu accrois
Il accroit/elle accroit
Nous accroissons
Vous accroissez
Ils accroissent/elles accroissent
Croître heeft een accent circonflexe op de i in de vormen voor je/tu/il (je cro_î_s, tu croîs, il croît; ik groei, jij groeit, hij groeit) om verwarring te voorkomen met het werkwoord croire (geloven)(je crois, tu crois, il croit; ik geloof, jij gelooft, hij gelooft).
L'AIGF accroît chaque année ses pertes financières. De financiële verliezen van de AIGF nemen elk jaar toe.
Heb je nog steeds moeite met 'Het werkwoord croître in de tegenwoordige tijd'? Wil je je Frans verbeteren? Test onze Franse les online en ontvang een gratis niveaubeoordeling!
Dit zeggen onze cursisten over ons:
Schaaf je Frans bij en test Frantastique, cursus Frans online.