De volgorde van tijden als het hoofdwerkwoord in de voltooid tegenwoordige tijd of in de onvoltooid verleden tijd staat
Op zinnen die twee werkwoorden bevatten, zijn regels van toepassing over de volgorde van tijden (la concordance des temps). Als het hoofdwerkwoord in de passé composé of in de imparfait staat, volgt het andere werkwoord (in het ondergeschikte zinsdeel) de volgende regels:
• voor een handeling die plaatsvond voorafgaand aan de hoofdhandeling gebruiken we de plus-que-parfait.
• voor een handeling die plaatsvond voorafgaand aan de hoofdhandeling gebruiken we de plus-que-parfait.
Je croyais que le facteur était déjà passé. imparfait → plus-que-parfait Ik dacht dat de postbode al geweest was.
• voor een handeling die plaatsvond na de hoofdhandeling gebruiken we de conditionnel présent.
Gérard nous a demandé pourquoi nous n’irions pas au bureau le lendemain. passé composé → conditionnel présent
Gérard nous demandait pourquoi nous n’irions pas travailler. Imparfait → conditionnel présent. Gérard vroeg ons waarom we niet zouden gaan werken.
• voor twee gelijktijdige handelingen gebruiken we doorgaans de imparfait:
Ce matin, j'ai regardé comment Victor préparait le poulet. passé composé → imparfait Vanmorgen heb ik gekeken hoe Victor de kip klaarmaakte:.
Heb je nog steeds moeite met 'De volgorde van tijden als het hoofdwerkwoord in de voltooid tegenwoordige tijd of in de onvoltooid verleden tijd staat'? Wil je je Frans verbeteren? Test onze Franse les online en ontvang een gratis niveaubeoordeling!
Dit zeggen onze cursisten over ons:
Schaaf je Frans bij en test Frantastique, cursus Frans online.