Bezittelijk voornaamwoorden
Bezittelijk voornaamwoorden worden gebruikt om herhaling te voorkomen en vervangen een zelfstandig naamwoord dat wordt voorafgegaan door een bezittelijk voornaamwoord (bijvoorbeeld ma + voiture). In het Nederlands zeggen we 'de mijne', 'de hare', 'het jouwe' etc.
Je ne trouve pas mon téléphone. Tu peux me prêter le tien (= tu peux me prêter ton téléphone) ? Ik kan mijn telefoon niet vinden. Kun je mij de jouwe lenen?
Deze bezittelijk voornaamwoorden moeten overeenstemmen in geslacht en getal met het zelfstandig naamwoord dat ze vervangen.
♂ | ♀ | |
mon / ma | le mien | la mienne |
ton / ta | le tien | la tienne |
son / sa | le sien | la sienne |
notre / notre | le nôtre | la nôtre |
votre / votre | le vôtre | la vôtre |
leur / leur | le leur | la leur |
♂♂ | ♀♀ | |
mes | les miens | les miennes |
tes | les tiens | les tiennes |
ses | les siens | les siennes |
nos | les nôtres | |
vos | les vôtres | |
leurs | les leurs |
Victor a une belle voiture, mais je préfère la mienne. (La mienne remplace ma voiture, féminin singulier.) Victor heeft een mooie auto, maar ik geef de voorkeur aan de mijne.
- Ce sont vos enfants ? - Oui, ce sont les nôtres. (Les nôtres remplace nos enfants, masculin pluriel.) Zijn dat jullie kinderen? Ja, dat zijn de onze.
- Ce sont vos enfants ? - Oui, ce sont les nôtres. (Les nôtres remplace nos enfants, masculin pluriel.) Zijn dat jullie kinderen? Ja, dat zijn de onze.
Heb je nog steeds moeite met 'Bezittelijk voornaamwoorden'? Wil je je Frans verbeteren? Test onze Franse les online en ontvang een gratis niveaubeoordeling!
Dit zeggen onze cursisten over ons:
Schaaf je Frans bij en test Frantastique, cursus Frans online.