Betrekkelijk voornaamwoorden: dont
C’est un très bon rapport. Gérard Therrien est satisfait de ce rapport. → C’est un très bon rapport dont Gérard Therrien est satisfait. (DONT = de ce rapport) Het is een erg goed rapport. De baas is tevreden met dit rapport. → Het is een erg goed rapport, waar de baas tevreden mee is.
C’est un très bon rapport. Marcel a écrit ce rapport. → C’est un très bon rapport que Marcel a écrit. (QUE = ce rapport) Het is een erg goed rapport. Marcel heeft dit rapport geschreven. → Het is een erg goed rapport, dat Marcel geschreven heeft.
La ville dont je suis originaire est toute petite. (Je suis originaire de cette ville.) De plaats waar ik vandaan kom, is erg klein.
La chose dont je suis fière c’est mon style. (Je suis fière de mon style.) Dat waar ik het trotst op ben, is mijn stijl.
Les enfants dont il est le père sont terribles. (Il est le père de ces enfants.) De kinderen van wie hij de vader is, zijn verschrikkelijk.
L’ami dont je te parle s’appelle Victor. (Car on dit parler de quelque chose.) De vriend over wie ik het heb, heet Victor.
L’homme dont je suis amoureuse s’appelle Victor. (Car on dit être amoureux de quelqu’un). De man van wie ik houd, heet Victor.
Victor Hugo ? C’est un écrivain dont je ne connais que le nom. (Car on dit le nom de l’écrivain). Victor Hugo? Dat is een schrijver die ik alleen van naam ken.
Heb je nog steeds moeite met 'Betrekkelijk voornaamwoorden: dont'? Wil je je Frans verbeteren? Test onze Franse les online en ontvang een gratis niveaubeoordeling!
Dit zeggen onze cursisten over ons:
Schaaf je Frans bij en test Frantastique, cursus Frans online.