Vragen stellen
Er zijn 3 basismanieren om een vraag te stellen in het Frans:
• Formeel: (vraagwoord quand, où etc) + werkwoord + onderwerp + ?
• Formeel: (vraagwoord quand, où etc) + werkwoord + onderwerp + ?
As-tu un téléphone portable ? Heb je een mobiele telefoon?
Connaissez-vous Victor Hugo ? Kent u Victor Hugo?
Pourquoi as-tu un téléphone portable ? Waarom heb je een mobiele telefoon?
Où travaillez-vous? Waar werkt u?
Connaissez-vous Victor Hugo ? Kent u Victor Hugo?
Pourquoi as-tu un téléphone portable ? Waarom heb je een mobiele telefoon?
Où travaillez-vous? Waar werkt u?
• Neutraal: (vraagwoord) + est-ce que + onderwerp + werkwoord + ?
Est-ce que vous connaissez Victor Hugo ? Kent u Victor Hugo?
Est-ce que tu aimes la poésie ? Houd je van poëzie?
Où est-ce qu'on va aller ce soir ? Waar gaan we naartoe vanavond?
Qu'est-ce que vous dites ? Wat zegt u?
Est-ce que tu aimes la poésie ? Houd je van poëzie?
Où est-ce qu'on va aller ce soir ? Waar gaan we naartoe vanavond?
Qu'est-ce que vous dites ? Wat zegt u?
• Informeler: onderwerp + werkwoord (+ vraagwoord) + ?
Elle travaille chez vous ? Werkt zij bij jullie?
Vous connaissez Victor Hugo ? Kent u Victor Hugo?
Tu pars quand ? Wanneer vertrek je?
Vous habitez où à Londres ? Waar woont u in London? U woont waar in London?
Vous connaissez Victor Hugo ? Kent u Victor Hugo?
Tu pars quand ? Wanneer vertrek je?
Vous habitez où à Londres ? Waar woont u in London? U woont waar in London?
Monsieur Hugo, voulez-vous travailler pour l'AIGF ?
Heb je nog steeds moeite met 'Vragen stellen'? Wil je je Frans verbeteren? Test onze Franse les online en ontvang een gratis niveaubeoordeling!
Dit zeggen onze cursisten over ons:
Schaaf je Frans bij en test Frantastique, cursus Frans online.