C'est moi qui...
De uitdrukking c’est (moi) qui onderstreept de mening van de spreker of benadrukt het onderwerp van de zin. De uitdrukking wordt als volgt gevormd:
Uitdrukking | Voornaamwoord | Voorbeelden |
---|---|---|
C’est moi qui | = je | C’est moi qui ai gagné ! Ik ben degene die gewonnen heeft! |
C’est toi qui | = tu | C’est toi qui es là ? Ben jij dat? |
C’est lui/elle qui | = il/elle | C’est lui qui travaille pour l’AIGF. Hij is degene die voor de AIGF werkt. |
C’est nous qui | = nous | C’est nous qui sommes arrivés les premiers. Wij zijn degenen die het eerst arriveerden. |
C’est vous qui | = vous | C’est vous qui avez 8 chiens et 12 chats ? Bent u degene die 8 honden en 12 katten heeft? |
Ce sont eux/elles qui | = ils/elles | Ce sont elles qui sont les plus sympas. Zij zijn degenen die het aardigst zijn. |
Heb je nog steeds moeite met 'C’est moi qui...'? Wil je je Frans verbeteren? Test onze Franse les online en ontvang een gratis niveaubeoordeling!
Dit zeggen onze cursisten over ons:
Schaaf je Frans bij en test Frantastique, cursus Frans online.