Werkwoordvervoeging
Vervoegen Zaubern In het DuitsIndikativ
Präsens
- ich zaubere
- du zauberst
- er/sie/es zaubert
- wir zaubern
- ihr zaubert
- sie/Sie zaubern
Präteritum
- ich zauberte
- du zaubertest
- er/sie/es zauberte
- wir zauberten
- ihr zaubertet
- sie/Sie zauberten
Perfekt
- ich habe gezaubert
- du hast gezaubert
- er/sie/es hat gezaubert
- wir haben gezaubert
- ihr habt gezaubert
- sie/Sie haben gezaubert
Plusquamperfekt
- ich hatte gezaubert
- du hattest gezaubert
- er/sie/es hatte gezaubert
- wir hatten gezaubert
- ihr hattet gezaubert
- sie/Sie hatten gezaubert
Futur 1
- ich werde zaubern
- du wirst zaubern
- er/sie/es wird zaubern
- wir werden zaubern
- ihr werdet zaubern
- sie/Sie werden zaubern
Futur 2
- ich werde gezaubert haben
- du wirst gezaubert haben
- er/sie/es wird gezaubert haben
- wir werden gezaubert haben
- ihr werdet gezaubert haben
- sie/Sie werden gezaubert haben
Konjunktiv
I Präsens
- ich zaubere
- du zauberest
- er/sie/es zaubere
- wir zauberen
- ihr zauberet
- sie/Sie zauberen
II Präteritum
- ich zauberte
- du zaubertest
- er/sie/es zauberte
- wir zauberten
- ihr zaubertet
- sie/Sie zauberten
I Perfekt
- ich habe gezaubert
- du habest gezaubert
- er/sie/es habe gezaubert
- wir haben gezaubert
- ihr habet gezaubert
- sie/Sie haben gezaubert
I Futur 1
- ich werde zaubern
- du werdest zaubern
- er/sie/es werde zaubern
- wir werden zaubern
- ihr werdet zaubern
- sie/Sie werden zaubern
I Futur 2
- ich werde gezaubert haben
- du werdest gezaubert haben
- er/sie/es werde gezaubert haben
- wir werden gezaubert haben
- ihr werdet gezaubert haben
- sie/Sie werden gezaubert haben
II Plusquamperfekt
- ich hätte gezaubert
- du hättest gezaubert
- er/sie/es hätte gezaubert
- wir hätten gezaubert
- ihr hättet gezaubert
- sie/Sie hätten gezaubert
II Futur 1
- ich würde zaubern
- du würdest zaubern
- er/sie/es würde zaubern
- wir würden zaubern
- ihr würdet zaubern
- sie/Sie würden zaubern
II Futur 2
- ich würde gezaubert haben
- du würdest gezaubert haben
- er/sie/es würde gezaubert haben
- wir würden gezaubert haben
- ihr würdet gezaubert haben
- sie/Sie würden gezaubert haben
Imperativ
Präsens
- (du) Zaubere! / (du) Zauber! / (du) Zaubre!
- (wir) Zaubern wir!
- (ihr) Zaubert!
- (Sie) Zaubern Sie!
Partizip
Präsens
- zaubernd
Perfekt
- gezaubert
Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Zaubern,bekijk dan onze Duitse lessen!!
Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc.
Niet zeker hoe je een werkwoord moet Zaubern? Typ gewoon Zaubern in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen!
Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps:
Download gratis onze vervoeg-apps: