Werkwoordvervoeging
Vervoegen Wappnen In het DuitsIndikativ
Präsens
- ich wappne
- du wappnest
- er/sie/es wappnet
- wir wappnen
- ihr wappnet
- sie/Sie wappnen
Präteritum
- ich wappnete
- du wappnetest
- er/sie/es wappnete
- wir wappneten
- ihr wappnetet
- sie/Sie wappneten
Perfekt
- ich habe gewappnet
- du hast gewappnet
- er/sie/es hat gewappnet
- wir haben gewappnet
- ihr habt gewappnet
- sie/Sie haben gewappnet
Plusquamperfekt
- ich hatte gewappnet
- du hattest gewappnet
- er/sie/es hatte gewappnet
- wir hatten gewappnet
- ihr hattet gewappnet
- sie/Sie hatten gewappnet
Futur 1
- ich werde wappnen
- du wirst wappnen
- er/sie/es wird wappnen
- wir werden wappnen
- ihr werdet wappnen
- sie/Sie werden wappnen
Futur 2
- ich werde gewappnet haben
- du wirst gewappnet haben
- er/sie/es wird gewappnet haben
- wir werden gewappnet haben
- ihr werdet gewappnet haben
- sie/Sie werden gewappnet haben
Konjunktiv
I Präsens
- ich wappne
- du wappnest
- er/sie/es wappne
- wir wappnen
- ihr wappnet
- sie/Sie wappnen
II Präteritum
- ich wappnete
- du wappnetest
- er/sie/es wappnete
- wir wappneten
- ihr wappnetet
- sie/Sie wappneten
I Perfekt
- ich habe gewappnet
- du habest gewappnet
- er/sie/es habe gewappnet
- wir haben gewappnet
- ihr habet gewappnet
- sie/Sie haben gewappnet
I Futur 1
- ich werde wappnen
- du werdest wappnen
- er/sie/es werde wappnen
- wir werden wappnen
- ihr werdet wappnen
- sie/Sie werden wappnen
I Futur 2
- ich werde gewappnet haben
- du werdest gewappnet haben
- er/sie/es werde gewappnet haben
- wir werden gewappnet haben
- ihr werdet gewappnet haben
- sie/Sie werden gewappnet haben
II Plusquamperfekt
- ich hätte gewappnet
- du hättest gewappnet
- er/sie/es hätte gewappnet
- wir hätten gewappnet
- ihr hättet gewappnet
- sie/Sie hätten gewappnet
II Futur 1
- ich würde wappnen
- du würdest wappnen
- er/sie/es würde wappnen
- wir würden wappnen
- ihr würdet wappnen
- sie/Sie würden wappnen
II Futur 2
- ich würde gewappnet haben
- du würdest gewappnet haben
- er/sie/es würde gewappnet haben
- wir würden gewappnet haben
- ihr würdet gewappnet haben
- sie/Sie würden gewappnet haben
Imperativ
Präsens
- (du) Wappne!
- (wir) Wappnen wir!
- (ihr) Wappnet!
- (Sie) Wappnen Sie!
Partizip
Präsens
- wappnend
Perfekt
- gewappnet
Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Wappnen,bekijk dan onze Duitse lessen!!
Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc.
Niet zeker hoe je een werkwoord moet Wappnen? Typ gewoon Wappnen in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen!
Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps:
Download gratis onze vervoeg-apps: