Duitse werkwoorden vervoegen

Werkwoordvervoeging

Vervoegen Versulzen In het Duits

Indikativ

Präsens

  • ich versulze
  • du versulzt
  • er/sie/es versulzt
  • wir versulzen
  • ihr versulzt
  • sie/Sie versulzen

Präteritum

  • ich versulzte
  • du versulztest
  • er/sie/es versulzte
  • wir versulzten
  • ihr versulztet
  • sie/Sie versulzten

Perfekt

  • ich bin versulzt
  • du bist versulzt
  • er/sie/es ist versulzt
  • wir sind versulzt
  • ihr seid versulzt
  • sie/Sie sind versulzt

Plusquamperfekt

  • ich war versulzt
  • du warst versulzt
  • er/sie/es war versulzt
  • wir waren versulzt
  • ihr wart versulzt
  • sie/Sie waren versulzt

Futur 1

  • ich werde versulzen
  • du wirst versulzen
  • er/sie/es wird versulzen
  • wir werden versulzen
  • ihr werdet versulzen
  • sie/Sie werden versulzen

Futur 2

  • ich werde versulzt sein
  • du wirst versulzt sein
  • er/sie/es wird versulzt sein
  • wir werden versulzt sein
  • ihr werdet versulzt sein
  • sie/Sie werden versulzt sein

Konjunktiv

I Präsens

  • ich versulze
  • du versulzest
  • er/sie/es versulze
  • wir versulzen
  • ihr versulzet
  • sie/Sie versulzen

II Präteritum

  • ich versulzte
  • du versulztest
  • er/sie/es versulzte
  • wir versulzten
  • ihr versulztet
  • sie/Sie versulzten

I Perfekt

  • ich sei versulzt
  • du seist versulzt
  • er/sie/es sei versulzt
  • wir seien versulzt
  • ihr seiet versulzt
  • sie/Sie seien versulzt

I Futur 1

  • ich werde versulzen
  • du werdest versulzen
  • er/sie/es werde versulzen
  • wir werden versulzen
  • ihr werdet versulzen
  • sie/Sie werden versulzen

I Futur 2

  • ich werde versulzt sein
  • du werdest versulzt sein
  • er/sie/es werde versulzt sein
  • wir werden versulzt sein
  • ihr werdet versulzt sein
  • sie/Sie werden versulzt sein

II Plusquamperfekt

  • ich wäre versulzt
  • du wärest versulzt / du wärst versulzt
  • er/sie/es wäre versulzt
  • wir wären versulzt
  • ihr wäret versulzt / ihr wärt versulzt
  • sie/Sie wären versulzt

II Futur 1

  • ich würde versulzen
  • du würdest versulzen
  • er/sie/es würde versulzen
  • wir würden versulzen
  • ihr würdet versulzen
  • sie/Sie würden versulzen

II Futur 2

  • ich würde versulzt sein
  • du würdest versulzt sein
  • er/sie/es würde versulzt sein
  • wir würden versulzt sein
  • ihr würdet versulzt sein
  • sie/Sie würden versulzt sein

Imperativ

Präsens

  • (du) Versulze!
  • (wir) Versulzen wir!
  • (ihr) Versulzt!
  • (Sie) Versulzen Sie!

Partizip

Präsens

  • versulzend

Perfekt

  • versulzt
Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Versulzen,bekijk dan onze Duitse lessen!! Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc. Niet zeker hoe je een werkwoord moet Versulzen? Typ gewoon Versulzen in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen! Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps: