Werkwoordvervoeging
Vervoegen Verfrischen In het DuitsIndikativ
Präsens
- ich verfrische
- du verfrischst
- er/sie/es verfrischt
- wir verfrischen
- ihr verfrischt
- sie/Sie verfrischen
Präteritum
- ich verfrischte
- du verfrischtest
- er/sie/es verfrischte
- wir verfrischten
- ihr verfrischtet
- sie/Sie verfrischten
Perfekt
- ich habe verfrischt
- du hast verfrischt
- er/sie/es hat verfrischt
- wir haben verfrischt
- ihr habt verfrischt
- sie/Sie haben verfrischt
Plusquamperfekt
- ich hatte verfrischt
- du hattest verfrischt
- er/sie/es hatte verfrischt
- wir hatten verfrischt
- ihr hattet verfrischt
- sie/Sie hatten verfrischt
Futur 1
- ich werde verfrischen
- du wirst verfrischen
- er/sie/es wird verfrischen
- wir werden verfrischen
- ihr werdet verfrischen
- sie/Sie werden verfrischen
Futur 2
- ich werde verfrischt haben
- du wirst verfrischt haben
- er/sie/es wird verfrischt haben
- wir werden verfrischt haben
- ihr werdet verfrischt haben
- sie/Sie werden verfrischt haben
Konjunktiv
I Präsens
- ich verfrische
- du verfrischest
- er/sie/es verfrische
- wir verfrischen
- ihr verfrischet
- sie/Sie verfrischen
II Präteritum
- ich verfrischte
- du verfrischtest
- er/sie/es verfrischte
- wir verfrischten
- ihr verfrischtet
- sie/Sie verfrischten
I Perfekt
- ich habe verfrischt
- du habest verfrischt
- er/sie/es habe verfrischt
- wir haben verfrischt
- ihr habet verfrischt
- sie/Sie haben verfrischt
I Futur 1
- ich werde verfrischen
- du werdest verfrischen
- er/sie/es werde verfrischen
- wir werden verfrischen
- ihr werdet verfrischen
- sie/Sie werden verfrischen
I Futur 2
- ich werde verfrischt haben
- du werdest verfrischt haben
- er/sie/es werde verfrischt haben
- wir werden verfrischt haben
- ihr werdet verfrischt haben
- sie/Sie werden verfrischt haben
II Plusquamperfekt
- ich hätte verfrischt
- du hättest verfrischt
- er/sie/es hätte verfrischt
- wir hätten verfrischt
- ihr hättet verfrischt
- sie/Sie hätten verfrischt
II Futur 1
- ich würde verfrischen
- du würdest verfrischen
- er/sie/es würde verfrischen
- wir würden verfrischen
- ihr würdet verfrischen
- sie/Sie würden verfrischen
II Futur 2
- ich würde verfrischt haben
- du würdest verfrischt haben
- er/sie/es würde verfrischt haben
- wir würden verfrischt haben
- ihr würdet verfrischt haben
- sie/Sie würden verfrischt haben
Imperativ
Präsens
- (du) Verfrische! / (du) Verfrisch!
- (wir) Verfrischen wir!
- (ihr) Verfrischt!
- (Sie) Verfrischen Sie!
Partizip
Präsens
- verfrischend
Perfekt
- verfrischt
Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Verfrischen,bekijk dan onze Duitse lessen!!
Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc.
Niet zeker hoe je een werkwoord moet Verfrischen? Typ gewoon Verfrischen in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen!
Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps:
Download gratis onze vervoeg-apps: