Duitse werkwoorden vervoegen

Werkwoordvervoeging

Vervoegen Verfechten In het Duits

Indikativ

Präsens

  • ich verfechte
  • du verfichtst
  • er/sie/es verficht
  • wir verfechten
  • ihr verfechtet
  • sie/Sie verfechten

Präteritum

  • ich verfocht
  • du verfochtest
  • er/sie/es verfocht
  • wir verfochten
  • ihr verfochtet
  • sie/Sie verfochten

Perfekt

  • ich habe verfochten
  • du hast verfochten
  • er/sie/es hat verfochten
  • wir haben verfochten
  • ihr habt verfochten
  • sie/Sie haben verfochten

Plusquamperfekt

  • ich hatte verfochten
  • du hattest verfochten
  • er/sie/es hatte verfochten
  • wir hatten verfochten
  • ihr hattet verfochten
  • sie/Sie hatten verfochten

Futur 1

  • ich werde verfechten
  • du wirst verfechten
  • er/sie/es wird verfechten
  • wir werden verfechten
  • ihr werdet verfechten
  • sie/Sie werden verfechten

Futur 2

  • ich werde verfochten haben
  • du wirst verfochten haben
  • er/sie/es wird verfochten haben
  • wir werden verfochten haben
  • ihr werdet verfochten haben
  • sie/Sie werden verfochten haben

Konjunktiv

I Präsens

  • ich verfechte
  • du verfechtest
  • er/sie/es verfechte
  • wir verfechten
  • ihr verfechtet
  • sie/Sie verfechten

II Präteritum

  • ich verföchte
  • du verföchtest
  • er/sie/es verföchte
  • wir verföchten
  • ihr verföchtet
  • sie/Sie verföchten

I Perfekt

  • ich habe verfochten
  • du habest verfochten
  • er/sie/es habe verfochten
  • wir haben verfochten
  • ihr habet verfochten
  • sie/Sie haben verfochten

I Futur 1

  • ich werde verfechten
  • du werdest verfechten
  • er/sie/es werde verfechten
  • wir werden verfechten
  • ihr werdet verfechten
  • sie/Sie werden verfechten

I Futur 2

  • ich werde verfochten haben
  • du werdest verfochten haben
  • er/sie/es werde verfochten haben
  • wir werden verfochten haben
  • ihr werdet verfochten haben
  • sie/Sie werden verfochten haben

II Plusquamperfekt

  • ich hätte verfochten
  • du hättest verfochten
  • er/sie/es hätte verfochten
  • wir hätten verfochten
  • ihr hättet verfochten
  • sie/Sie hätten verfochten

II Futur 1

  • ich würde verfechten
  • du würdest verfechten
  • er/sie/es würde verfechten
  • wir würden verfechten
  • ihr würdet verfechten
  • sie/Sie würden verfechten

II Futur 2

  • ich würde verfochten haben
  • du würdest verfochten haben
  • er/sie/es würde verfochten haben
  • wir würden verfochten haben
  • ihr würdet verfochten haben
  • sie/Sie würden verfochten haben

Imperativ

Präsens

  • (du) Verficht!
  • (wir) Verfechten wir!
  • (ihr) Verfechtet!
  • (Sie) Verfechten Sie!

Partizip

Präsens

  • verfechtend

Perfekt

  • verfochten
Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Verfechten,bekijk dan onze Duitse lessen!! Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc. Niet zeker hoe je een werkwoord moet Verfechten? Typ gewoon Verfechten in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen! Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps: