Werkwoordvervoeging

Vervoegen Normen In het Duits

Indikativ

Präsens

  • ich normen
  • du normst
  • er/sie/es normt
  • wir normeen
  • ihr normet
  • sie/Sie normeen

Präteritum

  • ich normte
  • du normtest
  • er/sie/es normte
  • wir normten
  • ihr normtet
  • sie/Sie normten

Perfekt

  • ich habe genormt
  • du hast genormt
  • er/sie/es hat genormt
  • wir haben genormt
  • ihr habt genormt
  • sie/Sie haben genormt

Plusquamperfekt

  • ich hatte genormt
  • du hattest genormt
  • er/sie/es hatte genormt
  • wir hatten genormt
  • ihr hattet genormt
  • sie/Sie hatten genormt

Futur 1

  • ich werde normen
  • du wirst normen
  • er/sie/es wird normen
  • wir werden normen
  • ihr werdet normen
  • sie/Sie werden normen

Futur 2

  • ich werde genormt haben
  • du wirst genormt haben
  • er/sie/es wird genormt haben
  • wir werden genormt haben
  • ihr werdet genormt haben
  • sie/Sie werden genormt haben

Konjunktiv

I Präsens

  • ich normee
  • du normeest
  • er/sie/es normee
  • wir normeen
  • ihr normeet
  • sie/Sie normeen

II Präteritum

  • ich normte
  • du normtest
  • er/sie/es normte
  • wir normten
  • ihr normtet
  • sie/Sie normten

I Perfekt

  • ich habe genormt
  • du habest genormt
  • er/sie/es habe genormt
  • wir haben genormt
  • ihr habet genormt
  • sie/Sie haben genormt

I Futur 1

  • ich werde normen
  • du werdest normen
  • er/sie/es werde normen
  • wir werden normen
  • ihr werdet normen
  • sie/Sie werden normen

I Futur 2

  • ich werde genormt haben
  • du werdest genormt haben
  • er/sie/es werde genormt haben
  • wir werden genormt haben
  • ihr werdet genormt haben
  • sie/Sie werden genormt haben

II Plusquamperfekt

  • ich hätte genormt
  • du hättest genormt
  • er/sie/es hätte genormt
  • wir hätten genormt
  • ihr hättet genormt
  • sie/Sie hätten genormt

II Futur 1

  • ich würde normen
  • du würdest normen
  • er/sie/es würde normen
  • wir würden normen
  • ihr würdet normen
  • sie/Sie würden normen

II Futur 2

  • ich würde genormt haben
  • du würdest genormt haben
  • er/sie/es würde genormt haben
  • wir würden genormt haben
  • ihr würdet genormt haben
  • sie/Sie würden genormt haben

Imperativ

Präsens

  • (du) Norme!
  • (wir) Normen wir!
  • (ihr) Normt!
  • (Sie) Normen Sie!

Partizip

Präsens

  • normend

Perfekt

  • genormt

Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Normen,bekijk dan onze Duitse lessen!! Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc. Niet zeker hoe je een werkwoord moet Normen? Typ gewoon Normen in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen! Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps: