Duitse werkwoorden vervoegen

Werkwoordvervoeging

Vervoegen Mandatieren In het Duits

Indikativ

Präsens

  • ich mandatiere
  • du mandatierst
  • er/sie/es mandatiert
  • wir mandatieren
  • ihr mandatiert
  • sie/Sie mandatieren

Präteritum

  • ich mandatierte
  • du mandatiertest
  • er/sie/es mandatierte
  • wir mandatierten
  • ihr mandatiertet
  • sie/Sie mandatierten

Perfekt

  • ich habe mandatiert
  • du hast mandatiert
  • er/sie/es hat mandatiert
  • wir haben mandatiert
  • ihr habt mandatiert
  • sie/Sie haben mandatiert

Plusquamperfekt

  • ich hatte mandatiert
  • du hattest mandatiert
  • er/sie/es hatte mandatiert
  • wir hatten mandatiert
  • ihr hattet mandatiert
  • sie/Sie hatten mandatiert

Futur 1

  • ich werde mandatieren
  • du wirst mandatieren
  • er/sie/es wird mandatieren
  • wir werden mandatieren
  • ihr werdet mandatieren
  • sie/Sie werden mandatieren

Futur 2

  • ich werde mandatiert haben
  • du wirst mandatiert haben
  • er/sie/es wird mandatiert haben
  • wir werden mandatiert haben
  • ihr werdet mandatiert haben
  • sie/Sie werden mandatiert haben

Konjunktiv

I Präsens

  • ich mandatiere
  • du mandatierest
  • er/sie/es mandatiere
  • wir mandatieren
  • ihr mandatieret
  • sie/Sie mandatieren

II Präteritum

  • ich mandatierte
  • du mandatiertest
  • er/sie/es mandatierte
  • wir mandatierten
  • ihr mandatiertet
  • sie/Sie mandatierten

I Perfekt

  • ich habe mandatiert
  • du habest mandatiert
  • er/sie/es habe mandatiert
  • wir haben mandatiert
  • ihr habet mandatiert
  • sie/Sie haben mandatiert

I Futur 1

  • ich werde mandatieren
  • du werdest mandatieren
  • er/sie/es werde mandatieren
  • wir werden mandatieren
  • ihr werdet mandatieren
  • sie/Sie werden mandatieren

I Futur 2

  • ich werde mandatiert haben
  • du werdest mandatiert haben
  • er/sie/es werde mandatiert haben
  • wir werden mandatiert haben
  • ihr werdet mandatiert haben
  • sie/Sie werden mandatiert haben

II Plusquamperfekt

  • ich hätte mandatiert
  • du hättest mandatiert
  • er/sie/es hätte mandatiert
  • wir hätten mandatiert
  • ihr hättet mandatiert
  • sie/Sie hätten mandatiert

II Futur 1

  • ich würde mandatieren
  • du würdest mandatieren
  • er/sie/es würde mandatieren
  • wir würden mandatieren
  • ihr würdet mandatieren
  • sie/Sie würden mandatieren

II Futur 2

  • ich würde mandatiert haben
  • du würdest mandatiert haben
  • er/sie/es würde mandatiert haben
  • wir würden mandatiert haben
  • ihr würdet mandatiert haben
  • sie/Sie würden mandatiert haben

Imperativ

Präsens

  • (du) Mandatiere!
  • (wir) Mandatieren wir!
  • (ihr) Mandatiert!
  • (Sie) Mandatieren Sie!

Partizip

Präsens

  • mandatierend

Perfekt

  • mandatiert
Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Mandatieren,bekijk dan onze Duitse lessen!! Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc. Niet zeker hoe je een werkwoord moet Mandatieren? Typ gewoon Mandatieren in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen! Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps: