Duitse werkwoorden vervoegen

Werkwoordvervoeging

Vervoegen Lagern In het Duits

Indikativ

Präsens

  • ich lagere
  • du lagerst
  • er/sie/es lagert
  • wir lagern
  • ihr lagert
  • sie/Sie lagern

Präteritum

  • ich lagerte
  • du lagertest
  • er/sie/es lagerte
  • wir lagerten
  • ihr lagertet
  • sie/Sie lagerten

Perfekt

  • ich habe gelagert
  • du hast gelagert
  • er/sie/es hat gelagert
  • wir haben gelagert
  • ihr habt gelagert
  • sie/Sie haben gelagert

Plusquamperfekt

  • ich hatte gelagert
  • du hattest gelagert
  • er/sie/es hatte gelagert
  • wir hatten gelagert
  • ihr hattet gelagert
  • sie/Sie hatten gelagert

Futur 1

  • ich werde lagern
  • du wirst lagern
  • er/sie/es wird lagern
  • wir werden lagern
  • ihr werdet lagern
  • sie/Sie werden lagern

Futur 2

  • ich werde gelagert haben
  • du wirst gelagert haben
  • er/sie/es wird gelagert haben
  • wir werden gelagert haben
  • ihr werdet gelagert haben
  • sie/Sie werden gelagert haben

Konjunktiv

I Präsens

  • ich lagere
  • du lagerest
  • er/sie/es lagere
  • wir lageren
  • ihr lageret
  • sie/Sie lageren

II Präteritum

  • ich lagerte
  • du lagertest
  • er/sie/es lagerte
  • wir lagerten
  • ihr lagertet
  • sie/Sie lagerten

I Perfekt

  • ich habe gelagert
  • du habest gelagert
  • er/sie/es habe gelagert
  • wir haben gelagert
  • ihr habet gelagert
  • sie/Sie haben gelagert

I Futur 1

  • ich werde lagern
  • du werdest lagern
  • er/sie/es werde lagern
  • wir werden lagern
  • ihr werdet lagern
  • sie/Sie werden lagern

I Futur 2

  • ich werde gelagert haben
  • du werdest gelagert haben
  • er/sie/es werde gelagert haben
  • wir werden gelagert haben
  • ihr werdet gelagert haben
  • sie/Sie werden gelagert haben

II Plusquamperfekt

  • ich hätte gelagert
  • du hättest gelagert
  • er/sie/es hätte gelagert
  • wir hätten gelagert
  • ihr hättet gelagert
  • sie/Sie hätten gelagert

II Futur 1

  • ich würde lagern
  • du würdest lagern
  • er/sie/es würde lagern
  • wir würden lagern
  • ihr würdet lagern
  • sie/Sie würden lagern

II Futur 2

  • ich würde gelagert haben
  • du würdest gelagert haben
  • er/sie/es würde gelagert haben
  • wir würden gelagert haben
  • ihr würdet gelagert haben
  • sie/Sie würden gelagert haben

Imperativ

Präsens

  • (du) Lagere! / (du) Lager! / (du) Lagre!
  • (wir) Lagern wir!
  • (ihr) Lagert!
  • (Sie) Lagern Sie!

Partizip

Präsens

  • lagernd

Perfekt

  • gelagert
Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Lagern,bekijk dan onze Duitse lessen!! Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc. Niet zeker hoe je een werkwoord moet Lagern? Typ gewoon Lagern in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen! Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps: