Werkwoordvervoeging
Vervoegen Kreiden In het DuitsIndikativ
Präsens
- ich kreide
- du kreidest
- er/sie/es kreidet
- wir kreiden
- ihr kreidet
- sie/Sie kreiden
Präteritum
- ich kreidete
- du kreidetest
- er/sie/es kreidete
- wir kreideten
- ihr kreidetet
- sie/Sie kreideten
Perfekt
- ich habe gekreidet
- du hast gekreidet
- er/sie/es hat gekreidet
- wir haben gekreidet
- ihr habt gekreidet
- sie/Sie haben gekreidet
Plusquamperfekt
- ich hatte gekreidet
- du hattest gekreidet
- er/sie/es hatte gekreidet
- wir hatten gekreidet
- ihr hattet gekreidet
- sie/Sie hatten gekreidet
Futur 1
- ich werde kreiden
- du wirst kreiden
- er/sie/es wird kreiden
- wir werden kreiden
- ihr werdet kreiden
- sie/Sie werden kreiden
Futur 2
- ich werde gekreidet haben
- du wirst gekreidet haben
- er/sie/es wird gekreidet haben
- wir werden gekreidet haben
- ihr werdet gekreidet haben
- sie/Sie werden gekreidet haben
Konjunktiv
I Präsens
- ich kreide
- du kreidest
- er/sie/es kreide
- wir kreiden
- ihr kreidet
- sie/Sie kreiden
II Präteritum
- ich kreidete
- du kreidetest
- er/sie/es kreidete
- wir kreideten
- ihr kreidetet
- sie/Sie kreideten
I Perfekt
- ich habe gekreidet
- du habest gekreidet
- er/sie/es habe gekreidet
- wir haben gekreidet
- ihr habet gekreidet
- sie/Sie haben gekreidet
I Futur 1
- ich werde kreiden
- du werdest kreiden
- er/sie/es werde kreiden
- wir werden kreiden
- ihr werdet kreiden
- sie/Sie werden kreiden
I Futur 2
- ich werde gekreidet haben
- du werdest gekreidet haben
- er/sie/es werde gekreidet haben
- wir werden gekreidet haben
- ihr werdet gekreidet haben
- sie/Sie werden gekreidet haben
II Plusquamperfekt
- ich hätte gekreidet
- du hättest gekreidet
- er/sie/es hätte gekreidet
- wir hätten gekreidet
- ihr hättet gekreidet
- sie/Sie hätten gekreidet
II Futur 1
- ich würde kreiden
- du würdest kreiden
- er/sie/es würde kreiden
- wir würden kreiden
- ihr würdet kreiden
- sie/Sie würden kreiden
II Futur 2
- ich würde gekreidet haben
- du würdest gekreidet haben
- er/sie/es würde gekreidet haben
- wir würden gekreidet haben
- ihr würdet gekreidet haben
- sie/Sie würden gekreidet haben
Imperativ
Präsens
- (du) Kreide! / (du) Kreid!
- (wir) Kreiden wir!
- (ihr) Kreidet!
- (Sie) Kreiden Sie!
Partizip
Präsens
- kreidend
Perfekt
- gekreidet
Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Kreiden,bekijk dan onze Duitse lessen!!
Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc.
Niet zeker hoe je een werkwoord moet Kreiden? Typ gewoon Kreiden in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen!
Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps:
Download gratis onze vervoeg-apps: