Werkwoordvervoeging

Vervoegen Kompensieren In het Duits

Indikativ

Präsens

  • ich kompensiere
  • du kompensierst
  • er/sie/es kompensiert
  • wir kompensieren
  • ihr kompensiert
  • sie/Sie kompensieren

Präteritum

  • ich kompensierte
  • du kompensiertest
  • er/sie/es kompensierte
  • wir kompensierten
  • ihr kompensiertet
  • sie/Sie kompensierten

Perfekt

  • ich habe kompensiert
  • du hast kompensiert
  • er/sie/es hat kompensiert
  • wir haben kompensiert
  • ihr habt kompensiert
  • sie/Sie haben kompensiert

Plusquamperfekt

  • ich hatte kompensiert
  • du hattest kompensiert
  • er/sie/es hatte kompensiert
  • wir hatten kompensiert
  • ihr hattet kompensiert
  • sie/Sie hatten kompensiert

Futur 1

  • ich werde kompensieren
  • du wirst kompensieren
  • er/sie/es wird kompensieren
  • wir werden kompensieren
  • ihr werdet kompensieren
  • sie/Sie werden kompensieren

Futur 2

  • ich werde kompensiert haben
  • du wirst kompensiert haben
  • er/sie/es wird kompensiert haben
  • wir werden kompensiert haben
  • ihr werdet kompensiert haben
  • sie/Sie werden kompensiert haben

Konjunktiv

I Präsens

  • ich kompensiere
  • du kompensierest
  • er/sie/es kompensiere
  • wir kompensieren
  • ihr kompensieret
  • sie/Sie kompensieren

II Präteritum

  • ich kompensierte
  • du kompensiertest
  • er/sie/es kompensierte
  • wir kompensierten
  • ihr kompensiertet
  • sie/Sie kompensierten

I Perfekt

  • ich habe kompensiert
  • du habest kompensiert
  • er/sie/es habe kompensiert
  • wir haben kompensiert
  • ihr habet kompensiert
  • sie/Sie haben kompensiert

I Futur 1

  • ich werde kompensieren
  • du werdest kompensieren
  • er/sie/es werde kompensieren
  • wir werden kompensieren
  • ihr werdet kompensieren
  • sie/Sie werden kompensieren

I Futur 2

  • ich werde kompensiert haben
  • du werdest kompensiert haben
  • er/sie/es werde kompensiert haben
  • wir werden kompensiert haben
  • ihr werdet kompensiert haben
  • sie/Sie werden kompensiert haben

II Plusquamperfekt

  • ich hätte kompensiert
  • du hättest kompensiert
  • er/sie/es hätte kompensiert
  • wir hätten kompensiert
  • ihr hättet kompensiert
  • sie/Sie hätten kompensiert

II Futur 1

  • ich würde kompensieren
  • du würdest kompensieren
  • er/sie/es würde kompensieren
  • wir würden kompensieren
  • ihr würdet kompensieren
  • sie/Sie würden kompensieren

II Futur 2

  • ich würde kompensiert haben
  • du würdest kompensiert haben
  • er/sie/es würde kompensiert haben
  • wir würden kompensiert haben
  • ihr würdet kompensiert haben
  • sie/Sie würden kompensiert haben

Imperativ

Präsens

  • (du) Kompensiere!
  • (wir) Kompensieren wir!
  • (ihr) Kompensiert!
  • (Sie) Kompensieren Sie!

Partizip

Präsens

  • kompensierend

Perfekt

  • kompensiert

Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Kompensieren,bekijk dan onze Duitse lessen!! Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc. Niet zeker hoe je een werkwoord moet Kompensieren? Typ gewoon Kompensieren in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen! Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps: