Duitse werkwoorden vervoegen

Werkwoordvervoeging

Vervoegen Kleiden In het Duits

Indikativ

Präsens

  • ich kleide
  • du kleidest
  • er/sie/es kleidet
  • wir kleiden
  • ihr kleidet
  • sie/Sie kleiden

Präteritum

  • ich kleidete
  • du kleidetest
  • er/sie/es kleidete
  • wir kleideten
  • ihr kleidetet
  • sie/Sie kleideten

Perfekt

  • ich habe gekleidet
  • du hast gekleidet
  • er/sie/es hat gekleidet
  • wir haben gekleidet
  • ihr habt gekleidet
  • sie/Sie haben gekleidet

Plusquamperfekt

  • ich hatte gekleidet
  • du hattest gekleidet
  • er/sie/es hatte gekleidet
  • wir hatten gekleidet
  • ihr hattet gekleidet
  • sie/Sie hatten gekleidet

Futur 1

  • ich werde kleiden
  • du wirst kleiden
  • er/sie/es wird kleiden
  • wir werden kleiden
  • ihr werdet kleiden
  • sie/Sie werden kleiden

Futur 2

  • ich werde gekleidet haben
  • du wirst gekleidet haben
  • er/sie/es wird gekleidet haben
  • wir werden gekleidet haben
  • ihr werdet gekleidet haben
  • sie/Sie werden gekleidet haben

Konjunktiv

I Präsens

  • ich kleide
  • du kleidest
  • er/sie/es kleide
  • wir kleiden
  • ihr kleidet
  • sie/Sie kleiden

II Präteritum

  • ich kleidete
  • du kleidetest
  • er/sie/es kleidete
  • wir kleideten
  • ihr kleidetet
  • sie/Sie kleideten

I Perfekt

  • ich habe gekleidet
  • du habest gekleidet
  • er/sie/es habe gekleidet
  • wir haben gekleidet
  • ihr habet gekleidet
  • sie/Sie haben gekleidet

I Futur 1

  • ich werde kleiden
  • du werdest kleiden
  • er/sie/es werde kleiden
  • wir werden kleiden
  • ihr werdet kleiden
  • sie/Sie werden kleiden

I Futur 2

  • ich werde gekleidet haben
  • du werdest gekleidet haben
  • er/sie/es werde gekleidet haben
  • wir werden gekleidet haben
  • ihr werdet gekleidet haben
  • sie/Sie werden gekleidet haben

II Plusquamperfekt

  • ich hätte gekleidet
  • du hättest gekleidet
  • er/sie/es hätte gekleidet
  • wir hätten gekleidet
  • ihr hättet gekleidet
  • sie/Sie hätten gekleidet

II Futur 1

  • ich würde kleiden
  • du würdest kleiden
  • er/sie/es würde kleiden
  • wir würden kleiden
  • ihr würdet kleiden
  • sie/Sie würden kleiden

II Futur 2

  • ich würde gekleidet haben
  • du würdest gekleidet haben
  • er/sie/es würde gekleidet haben
  • wir würden gekleidet haben
  • ihr würdet gekleidet haben
  • sie/Sie würden gekleidet haben

Imperativ

Präsens

  • (du) Kleide! / (du) Kleid!
  • (wir) Kleiden wir!
  • (ihr) Kleidet!
  • (Sie) Kleiden Sie!

Partizip

Präsens

  • kleidend

Perfekt

  • gekleidet
Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Kleiden,bekijk dan onze Duitse lessen!! Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc. Niet zeker hoe je een werkwoord moet Kleiden? Typ gewoon Kleiden in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen! Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps: