Duitse werkwoorden vervoegen

Werkwoordvervoeging

Vervoegen Grasen In het Duits

Indikativ

Präsens

  • ich grase
  • du grast
  • er/sie/es grast
  • wir grasen
  • ihr grast
  • sie/Sie grasen

Präteritum

  • ich graste
  • du grastest
  • er/sie/es graste
  • wir grasten
  • ihr grastet
  • sie/Sie grasten

Perfekt

  • ich habe gegrast
  • du hast gegrast
  • er/sie/es hat gegrast
  • wir haben gegrast
  • ihr habt gegrast
  • sie/Sie haben gegrast

Plusquamperfekt

  • ich hatte gegrast
  • du hattest gegrast
  • er/sie/es hatte gegrast
  • wir hatten gegrast
  • ihr hattet gegrast
  • sie/Sie hatten gegrast

Futur 1

  • ich werde grasen
  • du wirst grasen
  • er/sie/es wird grasen
  • wir werden grasen
  • ihr werdet grasen
  • sie/Sie werden grasen

Futur 2

  • ich werde gegrast haben
  • du wirst gegrast haben
  • er/sie/es wird gegrast haben
  • wir werden gegrast haben
  • ihr werdet gegrast haben
  • sie/Sie werden gegrast haben

Konjunktiv

I Präsens

  • ich grase
  • du grasest
  • er/sie/es grase
  • wir grasen
  • ihr graset
  • sie/Sie grasen

II Präteritum

  • ich graste
  • du grastest
  • er/sie/es graste
  • wir grasten
  • ihr grastet
  • sie/Sie grasten

I Perfekt

  • ich habe gegrast
  • du habest gegrast
  • er/sie/es habe gegrast
  • wir haben gegrast
  • ihr habet gegrast
  • sie/Sie haben gegrast

I Futur 1

  • ich werde grasen
  • du werdest grasen
  • er/sie/es werde grasen
  • wir werden grasen
  • ihr werdet grasen
  • sie/Sie werden grasen

I Futur 2

  • ich werde gegrast haben
  • du werdest gegrast haben
  • er/sie/es werde gegrast haben
  • wir werden gegrast haben
  • ihr werdet gegrast haben
  • sie/Sie werden gegrast haben

II Plusquamperfekt

  • ich hätte gegrast
  • du hättest gegrast
  • er/sie/es hätte gegrast
  • wir hätten gegrast
  • ihr hättet gegrast
  • sie/Sie hätten gegrast

II Futur 1

  • ich würde grasen
  • du würdest grasen
  • er/sie/es würde grasen
  • wir würden grasen
  • ihr würdet grasen
  • sie/Sie würden grasen

II Futur 2

  • ich würde gegrast haben
  • du würdest gegrast haben
  • er/sie/es würde gegrast haben
  • wir würden gegrast haben
  • ihr würdet gegrast haben
  • sie/Sie würden gegrast haben

Imperativ

Präsens

  • (du) Grase!
  • (wir) Grasen wir!
  • (ihr) Grast!
  • (Sie) Grasen Sie!

Partizip

Präsens

  • grasend

Perfekt

  • gegrast
Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Grasen,bekijk dan onze Duitse lessen!! Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc. Niet zeker hoe je een werkwoord moet Grasen? Typ gewoon Grasen in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen! Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps: