Duitse werkwoorden vervoegen

Werkwoordvervoeging

Vervoegen Erpflegen In het Duits

Indikativ

Präsens

  • ich erpflege
  • du erpflegst
  • er/sie/es erpflegt
  • wir erpflegen
  • ihr erpflegt
  • sie/Sie erpflegen

Präteritum

  • ich erpflegte
  • du erpflegtest
  • er/sie/es erpflegte
  • wir erpflegten
  • ihr erpflegtet
  • sie/Sie erpflegten

Perfekt

  • ich habe erpflegt
  • du hast erpflegt
  • er/sie/es hat erpflegt
  • wir haben erpflegt
  • ihr habt erpflegt
  • sie/Sie haben erpflegt

Plusquamperfekt

  • ich hatte erpflegt
  • du hattest erpflegt
  • er/sie/es hatte erpflegt
  • wir hatten erpflegt
  • ihr hattet erpflegt
  • sie/Sie hatten erpflegt

Futur 1

  • ich werde erpflegen
  • du wirst erpflegen
  • er/sie/es wird erpflegen
  • wir werden erpflegen
  • ihr werdet erpflegen
  • sie/Sie werden erpflegen

Futur 2

  • ich werde erpflegt haben
  • du wirst erpflegt haben
  • er/sie/es wird erpflegt haben
  • wir werden erpflegt haben
  • ihr werdet erpflegt haben
  • sie/Sie werden erpflegt haben

Konjunktiv

I Präsens

  • ich erpflege
  • du erpflegest
  • er/sie/es erpflege
  • wir erpflegen
  • ihr erpfleget
  • sie/Sie erpflegen

II Präteritum

  • ich erpflegte
  • du erpflegtest
  • er/sie/es erpflegte
  • wir erpflegten
  • ihr erpflegtet
  • sie/Sie erpflegten

I Perfekt

  • ich habe erpflegt
  • du habest erpflegt
  • er/sie/es habe erpflegt
  • wir haben erpflegt
  • ihr habet erpflegt
  • sie/Sie haben erpflegt

I Futur 1

  • ich werde erpflegen
  • du werdest erpflegen
  • er/sie/es werde erpflegen
  • wir werden erpflegen
  • ihr werdet erpflegen
  • sie/Sie werden erpflegen

I Futur 2

  • ich werde erpflegt haben
  • du werdest erpflegt haben
  • er/sie/es werde erpflegt haben
  • wir werden erpflegt haben
  • ihr werdet erpflegt haben
  • sie/Sie werden erpflegt haben

II Plusquamperfekt

  • ich hätte erpflegt
  • du hättest erpflegt
  • er/sie/es hätte erpflegt
  • wir hätten erpflegt
  • ihr hättet erpflegt
  • sie/Sie hätten erpflegt

II Futur 1

  • ich würde erpflegen
  • du würdest erpflegen
  • er/sie/es würde erpflegen
  • wir würden erpflegen
  • ihr würdet erpflegen
  • sie/Sie würden erpflegen

II Futur 2

  • ich würde erpflegt haben
  • du würdest erpflegt haben
  • er/sie/es würde erpflegt haben
  • wir würden erpflegt haben
  • ihr würdet erpflegt haben
  • sie/Sie würden erpflegt haben

Imperativ

Präsens

  • (du) Erpflege! / (du) Erpfleg!
  • (wir) Erpflegen wir!
  • (ihr) Erpflegt!
  • (Sie) Erpflegen Sie!

Partizip

Präsens

  • erpflegend

Perfekt

  • erpflegt
Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Erpflegen,bekijk dan onze Duitse lessen!! Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc. Niet zeker hoe je een werkwoord moet Erpflegen? Typ gewoon Erpflegen in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen! Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps: