Werkwoordvervoeging
Vervoegen E-mailen In het DuitsIndikativ
Präsens
- ich e-maile
- du e-mailst
- er/sie/es e-mailt
- wir e-mailen
- ihr e-mailt
- sie/Sie e-mailen
Präteritum
- ich e-mailte
- du e-mailtest
- er/sie/es e-mailte
- wir e-mailten
- ihr e-mailtet
- sie/Sie e-mailten
Perfekt
- ich habe geemailt
- du hast geemailt
- er/sie/es hat geemailt
- wir haben geemailt
- ihr habt geemailt
- sie/Sie haben geemailt
Plusquamperfekt
- ich hatte geemailt
- du hattest geemailt
- er/sie/es hatte geemailt
- wir hatten geemailt
- ihr hattet geemailt
- sie/Sie hatten geemailt
Futur 1
- ich werde e-mailen
- du wirst e-mailen
- er/sie/es wird e-mailen
- wir werden e-mailen
- ihr werdet e-mailen
- sie/Sie werden e-mailen
Futur 2
- ich werde geemailt haben
- du wirst geemailt haben
- er/sie/es wird geemailt haben
- wir werden geemailt haben
- ihr werdet geemailt haben
- sie/Sie werden geemailt haben
Konjunktiv
I Präsens
- ich e-maile
- du e-mailest
- er/sie/es e-maile
- wir e-mailen
- ihr e-mailet
- sie/Sie e-mailen
II Präteritum
- ich e-mailte
- du e-mailtest
- er/sie/es e-mailte
- wir e-mailten
- ihr e-mailtet
- sie/Sie e-mailten
I Perfekt
- ich habe geemailt
- du habest geemailt
- er/sie/es habe geemailt
- wir haben geemailt
- ihr habet geemailt
- sie/Sie haben geemailt
I Futur 1
- ich werde e-mailen
- du werdest e-mailen
- er/sie/es werde e-mailen
- wir werden e-mailen
- ihr werdet e-mailen
- sie/Sie werden e-mailen
I Futur 2
- ich werde geemailt haben
- du werdest geemailt haben
- er/sie/es werde geemailt haben
- wir werden geemailt haben
- ihr werdet geemailt haben
- sie/Sie werden geemailt haben
II Plusquamperfekt
- ich hätte geemailt
- du hättest geemailt
- er/sie/es hätte geemailt
- wir hätten geemailt
- ihr hättet geemailt
- sie/Sie hätten geemailt
II Futur 1
- ich würde e-mailen
- du würdest e-mailen
- er/sie/es würde e-mailen
- wir würden e-mailen
- ihr würdet e-mailen
- sie/Sie würden e-mailen
II Futur 2
- ich würde geemailt haben
- du würdest geemailt haben
- er/sie/es würde geemailt haben
- wir würden geemailt haben
- ihr würdet geemailt haben
- sie/Sie würden geemailt haben
Imperativ
Präsens
- (du) E-maile! / (du) E-mail!
- (wir) E-mailen wir!
- (ihr) E-mailt!
- (Sie) E-mailen Sie!
Partizip
Präsens
- e-mailend
Perfekt
- geemailt
Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord E-mailen,bekijk dan onze Duitse lessen!!
Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc.
Niet zeker hoe je een werkwoord moet E-mailen? Typ gewoon E-mailen in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen!
Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps:
Download gratis onze vervoeg-apps: