Duitse werkwoorden vervoegen

Werkwoordvervoeging

Vervoegen Biken In het Duits

Indikativ

Präsens

  • ich bike
  • du bikst
  • er/sie/es bikt
  • wir biken
  • ihr bikt
  • sie/Sie biken

Präteritum

  • ich bikte
  • du biktest
  • er/sie/es bikte
  • wir bikten
  • ihr biktet
  • sie/Sie bikten

Perfekt

  • ich habe gebikt
  • du hast gebikt
  • er/sie/es hat gebikt
  • wir haben gebikt
  • ihr habt gebikt
  • sie/Sie haben gebikt

Plusquamperfekt

  • ich hatte gebikt
  • du hattest gebikt
  • er/sie/es hatte gebikt
  • wir hatten gebikt
  • ihr hattet gebikt
  • sie/Sie hatten gebikt

Futur 1

  • ich werde biken
  • du wirst biken
  • er/sie/es wird biken
  • wir werden biken
  • ihr werdet biken
  • sie/Sie werden biken

Futur 2

  • ich werde gebikt haben
  • du wirst gebikt haben
  • er/sie/es wird gebikt haben
  • wir werden gebikt haben
  • ihr werdet gebikt haben
  • sie/Sie werden gebikt haben

Konjunktiv

I Präsens

  • ich bike
  • du bikest
  • er/sie/es bike
  • wir biken
  • ihr biket
  • sie/Sie biken

II Präteritum

  • ich bikte
  • du biktest
  • er/sie/es bikte
  • wir bikten
  • ihr biktet
  • sie/Sie bikten

I Perfekt

  • ich habe gebikt
  • du habest gebikt
  • er/sie/es habe gebikt
  • wir haben gebikt
  • ihr habet gebikt
  • sie/Sie haben gebikt

I Futur 1

  • ich werde biken
  • du werdest biken
  • er/sie/es werde biken
  • wir werden biken
  • ihr werdet biken
  • sie/Sie werden biken

I Futur 2

  • ich werde gebikt haben
  • du werdest gebikt haben
  • er/sie/es werde gebikt haben
  • wir werden gebikt haben
  • ihr werdet gebikt haben
  • sie/Sie werden gebikt haben

II Plusquamperfekt

  • ich hätte gebikt
  • du hättest gebikt
  • er/sie/es hätte gebikt
  • wir hätten gebikt
  • ihr hättet gebikt
  • sie/Sie hätten gebikt

II Futur 1

  • ich würde biken
  • du würdest biken
  • er/sie/es würde biken
  • wir würden biken
  • ihr würdet biken
  • sie/Sie würden biken

II Futur 2

  • ich würde gebikt haben
  • du würdest gebikt haben
  • er/sie/es würde gebikt haben
  • wir würden gebikt haben
  • ihr würdet gebikt haben
  • sie/Sie würden gebikt haben

Imperativ

Präsens

  • (du) Bike!
  • (wir) Biken wir!
  • (ihr) Bikt!
  • (Sie) Biken Sie!

Partizip

Präsens

  • bikend

Perfekt

  • gebikt
Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Biken,bekijk dan onze Duitse lessen!! Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc. Niet zeker hoe je een werkwoord moet Biken? Typ gewoon Biken in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen! Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps: