Duitse werkwoorden vervoegen

Werkwoordvervoeging

Vervoegen Beschranken In het Duits

Indikativ

Präsens

  • ich beschranke
  • du beschrankst
  • er/sie/es beschrankt
  • wir beschranken
  • ihr beschrankt
  • sie/Sie beschranken

Präteritum

  • ich beschrankte
  • du beschranktest
  • er/sie/es beschrankte
  • wir beschrankten
  • ihr beschranktet
  • sie/Sie beschrankten

Perfekt

  • ich habe beschrankt
  • du hast beschrankt
  • er/sie/es hat beschrankt
  • wir haben beschrankt
  • ihr habt beschrankt
  • sie/Sie haben beschrankt

Plusquamperfekt

  • ich hatte beschrankt
  • du hattest beschrankt
  • er/sie/es hatte beschrankt
  • wir hatten beschrankt
  • ihr hattet beschrankt
  • sie/Sie hatten beschrankt

Futur 1

  • ich werde beschranken
  • du wirst beschranken
  • er/sie/es wird beschranken
  • wir werden beschranken
  • ihr werdet beschranken
  • sie/Sie werden beschranken

Futur 2

  • ich werde beschrankt haben
  • du wirst beschrankt haben
  • er/sie/es wird beschrankt haben
  • wir werden beschrankt haben
  • ihr werdet beschrankt haben
  • sie/Sie werden beschrankt haben

Konjunktiv

I Präsens

  • ich beschranke
  • du beschrankest
  • er/sie/es beschranke
  • wir beschranken
  • ihr beschranket
  • sie/Sie beschranken

II Präteritum

  • ich beschrankte
  • du beschranktest
  • er/sie/es beschrankte
  • wir beschrankten
  • ihr beschranktet
  • sie/Sie beschrankten

I Perfekt

  • ich habe beschrankt
  • du habest beschrankt
  • er/sie/es habe beschrankt
  • wir haben beschrankt
  • ihr habet beschrankt
  • sie/Sie haben beschrankt

I Futur 1

  • ich werde beschranken
  • du werdest beschranken
  • er/sie/es werde beschranken
  • wir werden beschranken
  • ihr werdet beschranken
  • sie/Sie werden beschranken

I Futur 2

  • ich werde beschrankt haben
  • du werdest beschrankt haben
  • er/sie/es werde beschrankt haben
  • wir werden beschrankt haben
  • ihr werdet beschrankt haben
  • sie/Sie werden beschrankt haben

II Plusquamperfekt

  • ich hätte beschrankt
  • du hättest beschrankt
  • er/sie/es hätte beschrankt
  • wir hätten beschrankt
  • ihr hättet beschrankt
  • sie/Sie hätten beschrankt

II Futur 1

  • ich würde beschranken
  • du würdest beschranken
  • er/sie/es würde beschranken
  • wir würden beschranken
  • ihr würdet beschranken
  • sie/Sie würden beschranken

II Futur 2

  • ich würde beschrankt haben
  • du würdest beschrankt haben
  • er/sie/es würde beschrankt haben
  • wir würden beschrankt haben
  • ihr würdet beschrankt haben
  • sie/Sie würden beschrankt haben

Imperativ

Präsens

  • (du) Beschranke!
  • (wir) Beschranken wir!
  • (ihr) Beschrankt!
  • (Sie) Beschranken Sie!

Partizip

Präsens

  • beschrankend

Perfekt

  • beschrankt
Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Beschranken,bekijk dan onze Duitse lessen!! Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc. Niet zeker hoe je een werkwoord moet Beschranken? Typ gewoon Beschranken in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen! Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps: