Werkwoordvervoeging

Vervoegen Bescheinen In het Duits

Indikativ

Präsens

  • ich bescheine
  • du bescheinst
  • er/sie/es bescheint
  • wir bescheinen
  • ihr bescheinet
  • sie/Sie bescheinen

Präteritum

  • ich beschien
  • du beschienst
  • er/sie/es beschien
  • wir beschienen
  • ihr beschient
  • sie/Sie beschienen

Perfekt

  • ich habe beschienen
  • du hast beschienen
  • er/sie/es hat beschienen
  • wir haben beschienen
  • ihr habt beschienen
  • sie/Sie haben beschienen

Plusquamperfekt

  • ich hatte beschienen
  • du hattest beschienen
  • er/sie/es hatte beschienen
  • wir hatten beschienen
  • ihr hattet beschienen
  • sie/Sie hatten beschienen

Futur 1

  • ich werde bescheinen
  • du wirst bescheinen
  • er/sie/es wird bescheinen
  • wir werden bescheinen
  • ihr werdet bescheinen
  • sie/Sie werden bescheinen

Futur 2

  • ich werde beschienen haben
  • du wirst beschienen haben
  • er/sie/es wird beschienen haben
  • wir werden beschienen haben
  • ihr werdet beschienen haben
  • sie/Sie werden beschienen haben

Konjunktiv

I Präsens

  • ich bescheine
  • du bescheinest
  • er/sie/es bescheine
  • wir bescheinen
  • ihr bescheinet
  • sie/Sie bescheinen

II Präteritum

  • ich beschiene
  • du beschienest
  • er/sie/es beschiene
  • wir beschienen
  • ihr beschienet
  • sie/Sie beschienen

I Perfekt

  • ich habe beschienen
  • du habest beschienen
  • er/sie/es habe beschienen
  • wir haben beschienen
  • ihr habet beschienen
  • sie/Sie haben beschienen

I Futur 1

  • ich werde bescheinen
  • du werdest bescheinen
  • er/sie/es werde bescheinen
  • wir werden bescheinen
  • ihr werdet bescheinen
  • sie/Sie werden bescheinen

I Futur 2

  • ich werde beschienen haben
  • du werdest beschienen haben
  • er/sie/es werde beschienen haben
  • wir werden beschienen haben
  • ihr werdet beschienen haben
  • sie/Sie werden beschienen haben

II Plusquamperfekt

  • ich hätte beschienen
  • du hättest beschienen
  • er/sie/es hätte beschienen
  • wir hätten beschienen
  • ihr hättet beschienen
  • sie/Sie hätten beschienen

II Futur 1

  • ich würde bescheinen
  • du würdest bescheinen
  • er/sie/es würde bescheinen
  • wir würden bescheinen
  • ihr würdet bescheinen
  • sie/Sie würden bescheinen

II Futur 2

  • ich würde beschienen haben
  • du würdest beschienen haben
  • er/sie/es würde beschienen haben
  • wir würden beschienen haben
  • ihr würdet beschienen haben
  • sie/Sie würden beschienen haben

Imperativ

Präsens

  • (du) Bescheine!
  • (wir) Bescheinen wir!
  • (ihr) Bescheint!
  • (Sie) Bescheinen Sie!

Partizip

Präsens

  • bescheinend

Perfekt

  • beschienen

Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Bescheinen,bekijk dan onze Duitse lessen!! Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc. Niet zeker hoe je een werkwoord moet Bescheinen? Typ gewoon Bescheinen in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen! Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps: