Duitse werkwoorden vervoegen

Werkwoordvervoeging

Vervoegen Bepreisen In het Duits

Indikativ

Präsens

  • ich bepreise
  • du bepreist
  • er/sie/es bepreist
  • wir bepreisen
  • ihr bepreist
  • sie/Sie bepreisen

Präteritum

  • ich bepreiste
  • du bepreistest
  • er/sie/es bepreiste
  • wir bepreisten
  • ihr bepreistet
  • sie/Sie bepreisten

Perfekt

  • ich habe bepreist
  • du hast bepreist
  • er/sie/es hat bepreist
  • wir haben bepreist
  • ihr habt bepreist
  • sie/Sie haben bepreist

Plusquamperfekt

  • ich hatte bepreist
  • du hattest bepreist
  • er/sie/es hatte bepreist
  • wir hatten bepreist
  • ihr hattet bepreist
  • sie/Sie hatten bepreist

Futur 1

  • ich werde bepreisen
  • du wirst bepreisen
  • er/sie/es wird bepreisen
  • wir werden bepreisen
  • ihr werdet bepreisen
  • sie/Sie werden bepreisen

Futur 2

  • ich werde bepreist haben
  • du wirst bepreist haben
  • er/sie/es wird bepreist haben
  • wir werden bepreist haben
  • ihr werdet bepreist haben
  • sie/Sie werden bepreist haben

Konjunktiv

I Präsens

  • ich bepreise
  • du bepreisest
  • er/sie/es bepreise
  • wir bepreisen
  • ihr bepreiset
  • sie/Sie bepreisen

II Präteritum

  • ich bepreiste
  • du bepreistest
  • er/sie/es bepreiste
  • wir bepreisten
  • ihr bepreistet
  • sie/Sie bepreisten

I Perfekt

  • ich habe bepreist
  • du habest bepreist
  • er/sie/es habe bepreist
  • wir haben bepreist
  • ihr habet bepreist
  • sie/Sie haben bepreist

I Futur 1

  • ich werde bepreisen
  • du werdest bepreisen
  • er/sie/es werde bepreisen
  • wir werden bepreisen
  • ihr werdet bepreisen
  • sie/Sie werden bepreisen

I Futur 2

  • ich werde bepreist haben
  • du werdest bepreist haben
  • er/sie/es werde bepreist haben
  • wir werden bepreist haben
  • ihr werdet bepreist haben
  • sie/Sie werden bepreist haben

II Plusquamperfekt

  • ich hätte bepreist
  • du hättest bepreist
  • er/sie/es hätte bepreist
  • wir hätten bepreist
  • ihr hättet bepreist
  • sie/Sie hätten bepreist

II Futur 1

  • ich würde bepreisen
  • du würdest bepreisen
  • er/sie/es würde bepreisen
  • wir würden bepreisen
  • ihr würdet bepreisen
  • sie/Sie würden bepreisen

II Futur 2

  • ich würde bepreist haben
  • du würdest bepreist haben
  • er/sie/es würde bepreist haben
  • wir würden bepreist haben
  • ihr würdet bepreist haben
  • sie/Sie würden bepreist haben

Imperativ

Präsens

  • (du) Bepreise!
  • (wir) Bepreisen wir!
  • (ihr) Bepreist!
  • (Sie) Bepreisen Sie!

Partizip

Präsens

  • bepreisend

Perfekt

  • bepreist
Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Bepreisen,bekijk dan onze Duitse lessen!! Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc. Niet zeker hoe je een werkwoord moet Bepreisen? Typ gewoon Bepreisen in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen! Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps: