Werkwoordvervoeging
Vervoegen Benamsen In het DuitsIndikativ
Präsens
- ich benamse
- du benamst
- er/sie/es benamst
- wir benamsen
- ihr benamst
- sie/Sie benamsen
Präteritum
- ich benamste
- du benamstest
- er/sie/es benamste
- wir benamsten
- ihr benamstet
- sie/Sie benamsten
Perfekt
- ich habe benamst
- du hast benamst
- er/sie/es hat benamst
- wir haben benamst
- ihr habt benamst
- sie/Sie haben benamst
Plusquamperfekt
- ich hatte benamst
- du hattest benamst
- er/sie/es hatte benamst
- wir hatten benamst
- ihr hattet benamst
- sie/Sie hatten benamst
Futur 1
- ich werde benamsen
- du wirst benamsen
- er/sie/es wird benamsen
- wir werden benamsen
- ihr werdet benamsen
- sie/Sie werden benamsen
Futur 2
- ich werde benamst haben
- du wirst benamst haben
- er/sie/es wird benamst haben
- wir werden benamst haben
- ihr werdet benamst haben
- sie/Sie werden benamst haben
Konjunktiv
I Präsens
- ich benamse
- du benamsest
- er/sie/es benamse
- wir benamsen
- ihr benamset
- sie/Sie benamsen
II Präteritum
- ich benamste
- du benamstest
- er/sie/es benamste
- wir benamsten
- ihr benamstet
- sie/Sie benamsten
I Perfekt
- ich habe benamst
- du habest benamst
- er/sie/es habe benamst
- wir haben benamst
- ihr habet benamst
- sie/Sie haben benamst
I Futur 1
- ich werde benamsen
- du werdest benamsen
- er/sie/es werde benamsen
- wir werden benamsen
- ihr werdet benamsen
- sie/Sie werden benamsen
I Futur 2
- ich werde benamst haben
- du werdest benamst haben
- er/sie/es werde benamst haben
- wir werden benamst haben
- ihr werdet benamst haben
- sie/Sie werden benamst haben
II Plusquamperfekt
- ich hätte benamst
- du hättest benamst
- er/sie/es hätte benamst
- wir hätten benamst
- ihr hättet benamst
- sie/Sie hätten benamst
II Futur 1
- ich würde benamsen
- du würdest benamsen
- er/sie/es würde benamsen
- wir würden benamsen
- ihr würdet benamsen
- sie/Sie würden benamsen
II Futur 2
- ich würde benamst haben
- du würdest benamst haben
- er/sie/es würde benamst haben
- wir würden benamst haben
- ihr würdet benamst haben
- sie/Sie würden benamst haben
Imperativ
Präsens
- (du) Benamse!
- (wir) Benamsen wir!
- (ihr) Benamst!
- (Sie) Benamsen Sie!
Partizip
Präsens
- benamsend
Perfekt
- benamst
Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Benamsen,bekijk dan onze Duitse lessen!!
Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc.
Niet zeker hoe je een werkwoord moet Benamsen? Typ gewoon Benamsen in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen!
Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps:
Download gratis onze vervoeg-apps: