Werkwoordvervoeging
Vervoegen Bemogeln In het DuitsIndikativ
Präsens
- ich bemogele
- du bemogelst
- er/sie/es bemogelt
- wir bemogeln
- ihr bemogelt
- sie/Sie bemogeln
Präteritum
- ich bemogelte
- du bemogeltest
- er/sie/es bemogelte
- wir bemogelten
- ihr bemogeltet
- sie/Sie bemogelten
Perfekt
- ich habe bemogelt
- du hast bemogelt
- er/sie/es hat bemogelt
- wir haben bemogelt
- ihr habt bemogelt
- sie/Sie haben bemogelt
Plusquamperfekt
- ich hatte bemogelt
- du hattest bemogelt
- er/sie/es hatte bemogelt
- wir hatten bemogelt
- ihr hattet bemogelt
- sie/Sie hatten bemogelt
Futur 1
- ich werde bemogeln
- du wirst bemogeln
- er/sie/es wird bemogeln
- wir werden bemogeln
- ihr werdet bemogeln
- sie/Sie werden bemogeln
Futur 2
- ich werde bemogelt haben
- du wirst bemogelt haben
- er/sie/es wird bemogelt haben
- wir werden bemogelt haben
- ihr werdet bemogelt haben
- sie/Sie werden bemogelt haben
Konjunktiv
I Präsens
- ich bemogele
- du bemogelst
- er/sie/es bemogle
- wir bemogeln
- ihr bemogelt
- sie/Sie bemogeln
II Präteritum
- ich bemogelte
- du bemogeltest
- er/sie/es bemogelte
- wir bemogelten
- ihr bemogeltet
- sie/Sie bemogelten
I Perfekt
- ich habe bemogelt
- du habest bemogelt
- er/sie/es habe bemogelt
- wir haben bemogelt
- ihr habet bemogelt
- sie/Sie haben bemogelt
I Futur 1
- ich werde bemogeln
- du werdest bemogeln
- er/sie/es werde bemogeln
- wir werden bemogeln
- ihr werdet bemogeln
- sie/Sie werden bemogeln
I Futur 2
- ich werde bemogelt haben
- du werdest bemogelt haben
- er/sie/es werde bemogelt haben
- wir werden bemogelt haben
- ihr werdet bemogelt haben
- sie/Sie werden bemogelt haben
II Plusquamperfekt
- ich hätte bemogelt
- du hättest bemogelt
- er/sie/es hätte bemogelt
- wir hätten bemogelt
- ihr hättet bemogelt
- sie/Sie hätten bemogelt
II Futur 1
- ich würde bemogeln
- du würdest bemogeln
- er/sie/es würde bemogeln
- wir würden bemogeln
- ihr würdet bemogeln
- sie/Sie würden bemogeln
II Futur 2
- ich würde bemogelt haben
- du würdest bemogelt haben
- er/sie/es würde bemogelt haben
- wir würden bemogelt haben
- ihr würdet bemogelt haben
- sie/Sie würden bemogelt haben
Imperativ
Präsens
- (du) Bemogle! / (du) Bemogele!
- (wir) Bemogeln wir!
- (ihr) Bemogelt!
- (Sie) Bemogeln Sie!
Partizip
Präsens
- bemogelnd
Perfekt
- bemogelt
Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Bemogeln,bekijk dan onze Duitse lessen!!
Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc.
Niet zeker hoe je een werkwoord moet Bemogeln? Typ gewoon Bemogeln in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen!
Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps:
Download gratis onze vervoeg-apps: