Duitse werkwoorden vervoegen

Werkwoordvervoeging

Vervoegen Belagern In het Duits

Indikativ

Präsens

  • ich belagere
  • du belagerst
  • er/sie/es belagert
  • wir belagern
  • ihr belagert
  • sie/Sie belagern

Präteritum

  • ich belagerte
  • du belagertest
  • er/sie/es belagerte
  • wir belagerten
  • ihr belagertet
  • sie/Sie belagerten

Perfekt

  • ich habe belagert
  • du hast belagert
  • er/sie/es hat belagert
  • wir haben belagert
  • ihr habt belagert
  • sie/Sie haben belagert

Plusquamperfekt

  • ich hatte belagert
  • du hattest belagert
  • er/sie/es hatte belagert
  • wir hatten belagert
  • ihr hattet belagert
  • sie/Sie hatten belagert

Futur 1

  • ich werde belagern
  • du wirst belagern
  • er/sie/es wird belagern
  • wir werden belagern
  • ihr werdet belagern
  • sie/Sie werden belagern

Futur 2

  • ich werde belagert haben
  • du wirst belagert haben
  • er/sie/es wird belagert haben
  • wir werden belagert haben
  • ihr werdet belagert haben
  • sie/Sie werden belagert haben

Konjunktiv

I Präsens

  • ich belagere
  • du belagerest
  • er/sie/es belagere
  • wir belageren
  • ihr belageret
  • sie/Sie belageren

II Präteritum

  • ich belagerte
  • du belagertest
  • er/sie/es belagerte
  • wir belagerten
  • ihr belagertet
  • sie/Sie belagerten

I Perfekt

  • ich habe belagert
  • du habest belagert
  • er/sie/es habe belagert
  • wir haben belagert
  • ihr habet belagert
  • sie/Sie haben belagert

I Futur 1

  • ich werde belagern
  • du werdest belagern
  • er/sie/es werde belagern
  • wir werden belagern
  • ihr werdet belagern
  • sie/Sie werden belagern

I Futur 2

  • ich werde belagert haben
  • du werdest belagert haben
  • er/sie/es werde belagert haben
  • wir werden belagert haben
  • ihr werdet belagert haben
  • sie/Sie werden belagert haben

II Plusquamperfekt

  • ich hätte belagert
  • du hättest belagert
  • er/sie/es hätte belagert
  • wir hätten belagert
  • ihr hättet belagert
  • sie/Sie hätten belagert

II Futur 1

  • ich würde belagern
  • du würdest belagern
  • er/sie/es würde belagern
  • wir würden belagern
  • ihr würdet belagern
  • sie/Sie würden belagern

II Futur 2

  • ich würde belagert haben
  • du würdest belagert haben
  • er/sie/es würde belagert haben
  • wir würden belagert haben
  • ihr würdet belagert haben
  • sie/Sie würden belagert haben

Imperativ

Präsens

  • (du) Belagere! / (du) Belager! / (du) Belagre!
  • (wir) Belagern wir!
  • (ihr) Belagert!
  • (Sie) Belagern Sie!

Partizip

Präsens

  • belagernd

Perfekt

  • belagert
Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Belagern,bekijk dan onze Duitse lessen!! Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc. Niet zeker hoe je een werkwoord moet Belagern? Typ gewoon Belagern in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen! Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps: