Werkwoordvervoeging
Vervoegen Adressieren In het DuitsIndikativ
Präsens
- ich adressiere
- du adressierst
- er/sie/es adressiert
- wir adressieren
- ihr adressiert
- sie/Sie adressieren
Präteritum
- ich adressierte
- du adressiertest
- er/sie/es adressierte
- wir adressierten
- ihr adressiertet
- sie/Sie adressierten
Perfekt
- ich habe adressiert
- du hast adressiert
- er/sie/es hat adressiert
- wir haben adressiert
- ihr habt adressiert
- sie/Sie haben adressiert
Plusquamperfekt
- ich hatte adressiert
- du hattest adressiert
- er/sie/es hatte adressiert
- wir hatten adressiert
- ihr hattet adressiert
- sie/Sie hatten adressiert
Futur 1
- ich werde adressieren
- du wirst adressieren
- er/sie/es wird adressieren
- wir werden adressieren
- ihr werdet adressieren
- sie/Sie werden adressieren
Futur 2
- ich werde adressiert haben
- du wirst adressiert haben
- er/sie/es wird adressiert haben
- wir werden adressiert haben
- ihr werdet adressiert haben
- sie/Sie werden adressiert haben
Konjunktiv
I Präsens
- ich adressiere
- du adressierest
- er/sie/es adressiere
- wir adressieren
- ihr adressieret
- sie/Sie adressieren
II Präteritum
- ich adressierte
- du adressiertest
- er/sie/es adressierte
- wir adressierten
- ihr adressiertet
- sie/Sie adressierten
I Perfekt
- ich habe adressiert
- du habest adressiert
- er/sie/es habe adressiert
- wir haben adressiert
- ihr habet adressiert
- sie/Sie haben adressiert
I Futur 1
- ich werde adressieren
- du werdest adressieren
- er/sie/es werde adressieren
- wir werden adressieren
- ihr werdet adressieren
- sie/Sie werden adressieren
I Futur 2
- ich werde adressiert haben
- du werdest adressiert haben
- er/sie/es werde adressiert haben
- wir werden adressiert haben
- ihr werdet adressiert haben
- sie/Sie werden adressiert haben
II Plusquamperfekt
- ich hätte adressiert
- du hättest adressiert
- er/sie/es hätte adressiert
- wir hätten adressiert
- ihr hättet adressiert
- sie/Sie hätten adressiert
II Futur 1
- ich würde adressieren
- du würdest adressieren
- er/sie/es würde adressieren
- wir würden adressieren
- ihr würdet adressieren
- sie/Sie würden adressieren
II Futur 2
- ich würde adressiert haben
- du würdest adressiert haben
- er/sie/es würde adressiert haben
- wir würden adressiert haben
- ihr würdet adressiert haben
- sie/Sie würden adressiert haben
Imperativ
Präsens
- (du) Adressiere!
- (wir) Adressieren wir!
- (ihr) Adressiert!
- (Sie) Adressieren Sie!
Partizip
Präsens
- adressierend
Perfekt
- adressiert
Als je moeite hebt met de vervoeging van het Duitse werkwoord Adressieren,bekijk dan onze Duitse lessen!!
Vatefaireconjuguer is een gratis online werkwoordvervoeger gemaakt door Gymglish. Gymglish, opgericht in 2004, creëert leuke, gepersonaliseerde online taalcursussen: een cursus Engels online, cursus Spaans online, cursus Duits online, cursus Frans online, cursus Italiaans online en meer. Je kunt er alle Duits werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Präteritum, Präsens, Futur I, futur II, Futur II, Perfekt, Plusquamperfekt, Subjonctif I, Subjonctif II, Imperativ, etc.
Niet zeker hoe je een werkwoord moet Adressieren? Typ gewoon Adressieren in onze zoekbalk om de Duitse vervoeging ervan te bekijken. Je kunt ook een zin vervoegen, bijvoorbeeld 'leer een werkwoord!' Om je spelling te verbeteren, biedt Gymglish ook online cursussen Duits aan en krijg je toegang tot veel Duitse grammatica, spellings- en vervoegingsregels om de taal onder de knie te krijgen!
Bekijk ook onze andere online werkwoordvervoegers: Spaanse werkwoorden vervoegen, Franse werkwoorden vervoegen, Italiaanse werkwoorden vervoegen, Engelse werkwoorden vervoegen (onregelmatige Engelse werkwoorden, modale Engelse werkwoorden).
Download gratis onze vervoeg-apps:
Download gratis onze vervoeg-apps: