vous saurez : u zult weten, jullie zullen wetensavoir, futur
vous saurez (résoudre le problème) : u zult, jullie zullen (het probleem) weten (op te lossen)
- "Au premier abord, j’admets que je suis un peu dure car ma croûte jaune orangé est épaisse et robuste, mais je ne doute pas que vous saurez la pénétrer, pour découvrir mon cœur fondant, voire dégoulinant."
- "Vous saurez quel remède apporter à mes maux."
- "Puis connectez-vous au réseau Minitel : vous saurez que vous êtes en ligne lorsque vous entendrez trois bips successifs et un bruit de friture."
Heb je nog steeds moeite met 'Vous saurez'? Wil je je Frans verbeteren? Test onze online Franse lessen en ontvang een gratis niveaubeoordeling!
Dit zeggen onze cursisten over ons:
Heb je een slim ezelsbruggetje om deze regel te onthouden? Een tip om fouten met 'Vous saurez' te voorkomen? Deel hem met ons!
Schaaf je Frans bij en test gratis Frantastique, cursus Franse online.