Vous êtes prêt(s) ? : Bent u klaar? Zijn jullie klaar?
prêt, prête : klaar zijn
- "Lefebvre : Vous êtes prêt ?"
- "Agent immobilier : Vous êtes prêt, monsieur Hugo ?"
- "Agent immobilier : Vous êtes prêt, monsieur Belamour ?"
Heb je nog steeds moeite met 'Vous êtes prêt'? Wil je je Frans verbeteren? Test onze online Franse lessen en ontvang een gratis niveaubeoordeling!
Dit zeggen onze cursisten over ons:
Heb je een slim ezelsbruggetje om deze regel te onthouden? Een tip om fouten met 'Vous êtes prêt' te voorkomen? Deel hem met ons!
Schaaf je Frans bij en test gratis Frantastique, cursus Franse online.