un verbe pronominal : een werkwoord dat vervoegd wordt met een persoonlijk voornaamwoord
Il se lave tous les matins ; je me dipuste avec sa mère ; il se moque de moi.
se coucher (je me couche, il s'est couché), se laver (nous nous lavons, elles se sont lavées), etc.
un verbe essentiellement pronominal : een werkwoord dat alleen met een persoonlijk voornaamwoord kan worden vervoegd
Anders dan andere wederkerende werkwoorden kennen les verbes essentiellement pronominaux geen vorm zonder een persoonlijk voornaamwoord. Voorbeelden: se repentir (nous nous repentons), se suicider (ils se sont suicidés), s'évanouir (je me suis évanoui(e)). Met andere woorden: we kunnen het werkwoord laver (wassen) zonder een voornaamwoord gebruiken, maar we kunnen het werkwoord repentir niet zonder een voornaamwoord gebruiken.
- "Les verbes pronominaux, vous connaissez ?"
- "Alors par contre attention, hein : parfois se n’est ni COD ni COI, ça, c’est pour les verbes essentiellement pronominaux."
- "Bon bah, avec les verbes pronominaux, on accorde le participe passé avec le pronom réfléchi…"
Heb je nog steeds moeite met 'Verbe pronominal'? Wil je je Frans verbeteren? Test onze online Franse lessen en ontvang een gratis niveaubeoordeling!
Dit zeggen onze cursisten over ons:
Heb je een slim ezelsbruggetje om deze regel te onthouden? Een tip om fouten met 'Verbe pronominal' te voorkomen? Deel hem met ons!
Schaaf je Frans bij en test gratis Frantastique, cursus Franse online.