tous (les gens), toutes (les personnes) : alle (mensen), alle (personen)
toute (la journée) : (de) hele (dag)
- "Toute la famille est là !"
Heb je nog steeds moeite met 'Tous (les gens), toutes (les personnes)'? Wil je je Frans verbeteren? Test onze online Franse lessen en ontvang een gratis niveaubeoordeling!
Dit zeggen onze cursisten over ons:
Heb je een slim ezelsbruggetje om deze regel te onthouden? Een tip om fouten met 'Tous (les gens), toutes (les personnes)' te voorkomen? Deel hem met ons!
Schaaf je Frans bij en test gratis Frantastique, cursus Franse online.