vous serez : u zult zijn, jullie zullen zijnêtre, futur
Serez-vous (disponible lundi) ? : Bent u, zijn jullie (maandag beschikbaar)?
- "Service client : Serez-vous à votre domicile mardi 17 septembre entre 9 heures et midi ?"
Heb je nog steeds moeite met 'Serez'? Wil je je Frans verbeteren? Test onze online Franse lessen en ontvang een gratis niveaubeoordeling!
Dit zeggen onze cursisten over ons:
Heb je een slim ezelsbruggetje om deze regel te onthouden? Een tip om fouten met 'Serez' te voorkomen? Deel hem met ons!
Schaaf je Frans bij en test gratis Frantastique, cursus Franse online.