(il nous) rendra visite : (hij) zal (ons) bezoekenrendre, futur
rendre visite (à quelqu'un) : (iemand) bezoeken
- "M. Claude Blanchard nous rendra visite cet après-midi à 14 heures pour son bilan trimestriel."
- "Comme vous le savez peut-être, M. Claude Blanchard nous rendra visite cet après-midi à 14 heures pour son bilan trimestriel."
Heb je nog steeds moeite met 'Rendre visite'? Wil je je Frans verbeteren? Test onze online Franse lessen en ontvang een gratis niveaubeoordeling!
Dit zeggen onze cursisten over ons:
Heb je een slim ezelsbruggetje om deze regel te onthouden? Een tip om fouten met 'Rendre visite' te voorkomen? Deel hem met ons!
Schaaf je Frans bij en test gratis Frantastique, cursus Franse online.