(elle) regarde (son ami) : (zij) kijkt naar (haar vriend)regarder, présent
- "Y a la moustache du père qui est mort d’une glissade et qui regarde son troupeau bouffer la soupe froide et ça fait des grands schlrrp."
- "parfois il y a un chien qui regarde."
Heb je nog steeds moeite met 'Regarder-present-3ps'? Wil je je Frans verbeteren? Test onze online Franse lessen en ontvang een gratis niveaubeoordeling!
Dit zeggen onze cursisten over ons:
Heb je een slim ezelsbruggetje om deze regel te onthouden? Een tip om fouten met 'Regarder-present-3ps' te voorkomen? Deel hem met ons!
Schaaf je Frans bij en test gratis Frantastique, cursus Franse online.