prendre le temps (de faire quelque chose) : de tijd nemen (om iets te doen)
prendre son temps : zijn tijd nemen
- "Il faut prendre le temps de prendre son temps."
- "Mon passe-temps favori, c’est laisser passer le temps, avoir du temps, prendre son temps, perdre son temps, vivre à contretemps."
- "Il faut prendre le temps de prendre son temps."
Heb je nog steeds moeite met 'Prendre le temps'? Wil je je Frans verbeteren? Test onze online Franse lessen en ontvang een gratis niveaubeoordeling!
Dit zeggen onze cursisten over ons:
Heb je een slim ezelsbruggetje om deze regel te onthouden? Een tip om fouten met 'Prendre le temps' te voorkomen? Deel hem met ons!
Schaaf je Frans bij en test gratis Frantastique, cursus Franse online.