Où est passé (le sel) ? : Waar is (het zout) gebleven?
Merk op dat deze vraag opgebouwd is met onderwerp en werkwoord in omgekeerde volgorde, en dat het werkwoord in geslacht moet overeenstemmen met het onderwerp.
Où est passé le sel ? Waar is het zout gebleven?
Où est passée la dame ? Waar is de dame gebleven?
Où est passée la dame ? Waar is de dame gebleven?
Elle est passée où, (ma tasse) ? : Waar is (mijn kopje) gebleven?
- "Où est donc passé ce chien ?"
- "Où est passée la facture ?"
- "Où est passée cette jolie facture ?"
- "Elle est passée où l’imprimante ?"
- "Où est passée cette facture ?"
- "Où est passée l’imprimante ?"
- "Lefebvre : Où est passée la facture ?"
- "Lefebvre : Oh là là, mais elle est passée où cette facture ?"
Heb je nog steeds moeite met 'Où est passé'? Wil je je Frans verbeteren? Test onze online Franse lessen en ontvang een gratis niveaubeoordeling!
Dit zeggen onze cursisten over ons:
Heb je een slim ezelsbruggetje om deze regel te onthouden? Een tip om fouten met 'Où est passé' te voorkomen? Deel hem met ons!
Schaaf je Frans bij en test gratis Frantastique, cursus Franse online.