nous allons (à Paris) : we gaan (naar Parijs)aller, présent
- "Muriel, Marcel, venez avec moi, nous allons à Paris."
- "Aujourd’hui, nous allons travailler le « œu »."
- "Aussi, de bon matin, la sœur jumelle de Mme Blanchard et moi allons observer les marmottes avec des jumelles !"
Heb je nog steeds moeite met 'Nous allons'? Wil je je Frans verbeteren? Test onze online Franse lessen en ontvang een gratis niveaubeoordeling!
Dit zeggen onze cursisten over ons:
Heb je een slim ezelsbruggetje om deze regel te onthouden? Een tip om fouten met 'Nous allons' te voorkomen? Deel hem met ons!
Schaaf je Frans bij en test gratis Frantastique, cursus Franse online.