montrez-moi (ça, cette photo) : laat me (dat, die foto) zienmontrer, impératif présent
montrer : tonen, laten zien
- "M. Therrien : Montrez-moi ça, pour voir."
- "Mais d’abord, montrez-moi cette chaîne de télévision."
- "Gérard Therrien : Montrez-moi ça, Lefebvre."
Heb je nog steeds moeite met 'Montrez-moi'? Wil je je Frans verbeteren? Test onze online Franse lessen en ontvang een gratis niveaubeoordeling!
Dit zeggen onze cursisten over ons:
Heb je een slim ezelsbruggetje om deze regel te onthouden? Een tip om fouten met 'Montrez-moi' te voorkomen? Deel hem met ons!
Schaaf je Frans bij en test gratis Frantastique, cursus Franse online.