Monsieur, M. : Meneer, de heer, dhr.
Madame, Mme : Mevrouw, mvr.
- "Nadia : Désolée, Monsieur Blanchard, cette valise n’est pas à vous."
- "Théo : Madame, pouvez-vous me donner mon billet, s’il vous plaît ?"
- "Théo : Bonjour madame, Théo Belamour à l’appareil."
- "Agent immobilier : Vous voulez passer à l’agence, M. Belamour ?"
- "Jojo : Je vous remercie, madame."
- "Dr Meyer : Bonjour Madame."
- "Agent immobilier : Vous êtes prêt, monsieur Belamour ?"
Heb je nog steeds moeite met 'Monsieur, M.'? Wil je je Frans verbeteren? Test onze online Franse lessen en ontvang een gratis niveaubeoordeling!
Dit zeggen onze cursisten over ons:
Heb je een slim ezelsbruggetje om deze regel te onthouden? Een tip om fouten met 'Monsieur, M.' te voorkomen? Deel hem met ons!
Schaaf je Frans bij en test gratis Frantastique, cursus Franse online.