un ménage à trois : een triootje, een driehoeksverhouding
un ménage : een huishouden
(faire) le ménage : het huishouden (doen)
(faire quelque chose) à trois : (iets)m et zijn drieën, gedrieën (doen)
- "Nous vous faisons donc part de notre immense déception, en espérant que votre émission « Ménage à trois », prévue pour le mois prochain, ne sera pas un reportage sur les bienfaits du nettoyage à plusieurs."
Heb je nog steeds moeite met 'Ménage à trois'? Wil je je Frans verbeteren? Test onze online Franse lessen en ontvang een gratis niveaubeoordeling!
Dit zeggen onze cursisten over ons:
Heb je een slim ezelsbruggetje om deze regel te onthouden? Een tip om fouten met 'Ménage à trois' te voorkomen? Deel hem met ons!
Schaaf je Frans bij en test gratis Frantastique, cursus Franse online.