un maître : een meester
le maître (d'un animal) : het baasje, de eigenaar (van een dier)
- "Nous devons absolument trouver son maître, et le cas échéant facturer les dégâts occasionnés."
- "Il serait judicieux de retrouver son maître, qui a probablement déjà été décongelé."
- "Maître Læ titia Lacuisse, huissier de justice, demeurant"
Heb je nog steeds moeite met 'Maître'? Wil je je Frans verbeteren? Test onze online Franse lessen en ontvang een gratis niveaubeoordeling!
Dit zeggen onze cursisten over ons:
Heb je een slim ezelsbruggetje om deze regel te onthouden? Een tip om fouten met 'Maître' te voorkomen? Deel hem met ons!
Schaaf je Frans bij en test gratis Frantastique, cursus Franse online.