(être) libre : vrij (zijn)
la liberté : de vrijheid
- "Moins un journal a d’abonnés, plus il est libre."
- "Tribune libre - Un point de vue du comte de Falloux"
- "Un travail sain, fécond, généreux, qui fait le peuple libre et qui rend l’homme heureux."
- "Le castor libre"
Heb je nog steeds moeite met 'Libre'? Wil je je Frans verbeteren? Test onze online Franse lessen en ontvang een gratis niveaubeoordeling!
Dit zeggen onze cursisten over ons:
Heb je een slim ezelsbruggetje om deze regel te onthouden? Een tip om fouten met 'Libre' te voorkomen? Deel hem met ons!
Schaaf je Frans bij en test gratis Frantastique, cursus Franse online.