il joue (au tennis) : hij speelt (tennis), hij tennistjouer, présent
- "Tous les après-midis de la semaine, peu après le déjeuner, le maire joue à la pétanque avec ses conseillers près du Vieux Port, ce qui, dit-il, lui permet de se détendre avant l’apéro."
Heb je nog steeds moeite met 'Jouer-present-3ps'? Wil je je Frans verbeteren? Test onze online Franse lessen en ontvang een gratis niveaubeoordeling!
Dit zeggen onze cursisten over ons:
Heb je een slim ezelsbruggetje om deze regel te onthouden? Een tip om fouten met 'Jouer-present-3ps' te voorkomen? Deel hem met ons!
Schaaf je Frans bij en test gratis Frantastique, cursus Franse online.