je suis arrivé(e) : ik ben gearriveerd, ik ben aangekomenarriver, passé composé
- "Quand je suis arrivé à Bruxelles, c’était l’été."
- "Laissez-moi partir comme je suis arrivée, sans me faire remarquer, dans un soupir."
Heb je nog steeds moeite met 'Je suis arrivé'? Wil je je Frans verbeteren? Test onze online Franse lessen en ontvang een gratis niveaubeoordeling!
Dit zeggen onze cursisten over ons:
Heb je een slim ezelsbruggetje om deze regel te onthouden? Een tip om fouten met 'Je suis arrivé' te voorkomen? Deel hem met ons!
Schaaf je Frans bij en test gratis Frantastique, cursus Franse online.