je les prends : ik neem zeprendre, présent
je le prends, je la prends : ik neem hem, ik neem het
- "Je le prends. Merci, mademoiselle."
- "Elles sont magnifiques ! Je les prends. Monsieur va payer !"
- "Thierry : Oui, d’accord, ils sont un peu plats, mais bon. Je les prends."
Heb je nog steeds moeite met 'Je les prends'? Wil je je Frans verbeteren? Test onze online Franse lessen en ontvang een gratis niveaubeoordeling!
Dit zeggen onze cursisten over ons:
Heb je een slim ezelsbruggetje om deze regel te onthouden? Een tip om fouten met 'Je les prends' te voorkomen? Deel hem met ons!
Schaaf je Frans bij en test gratis Frantastique, cursus Franse online.